Dit was weer het weekend: lijntjes en liefde voor het amateurvoetbal
Het is maandagmiddag, iets voorbij half twee. Voor de meeste mensen is het weekend dan al lang afgelopen, maar voor mij komt er op dat moment pas echt een einde aan die twee dagen die voor velen draaien om ontspanning, gezelligheid of misschien een avondje iets te diep in het glaasje kijken.

Nee, mijn weekend eindigt niet omdat ik dan pas stop met het nuttigen van de versnaperingen die voor veel mensen hét symbool van weekendvreugde zijn. Mijn weekend eindigt pas als de laatste belletjes zijn gepleegd, de verslagen de deur uit zijn, en de gedachten aan het amateurvoetbal langzaam beginnen te verstillen,tot de volgende vrijdag, wanneer het allemaal weer opnieuw begint.
Want voor mij is het amateurvoetbal geen hobby. Het is een wereld op zich van mensen die elkaar kennen, die elkaar tegenkomen langs de lijnen van de dorpsvelden. Gemiddeld gesproken heb ik in een weekend contact met zo’n vijftien trainers. En nee, dat gaat niet via appjes of vluchtige berichtjes. Daar doe ik niet aan. Ik bel. Gewoon, ouderwets. Omdat een gesprek je iets vertelt wat een appje nooit kan overbrengen: toon, gevoel, emotie. De manier waarop een trainer zucht na een verloren wedstrijd, of juist die oprechte glimlach in zijn stem wanneer de ploeg een knappe overwinning heeft geboekt, dat wil ik horen!
Vanmorgen nog sprak ik een trainer van een ploeg die volgens zijn zeggen “het betere van het spel” had, maar desondanks met lege handen stond. Ik had de samenvatting in het programma Onze Club van RTV Drenthe gezien en inderdaad, hij had gelijk. Het was zo’n typische wedstrijd waarin de ploeg het verdiende om te winnen, maar waarin de bal nu eenmaal niet goed viel.
Dat soort gesprekken zijn goud waard. Je hoort het respect, de sportiviteit, maar ook het vuur. De trainer die nuchter blijft na een nederlaag, de speler die in zijn verhaal nog even voorbij komt, de tegenstander die “ook gewoon een prima ploeg” had. Dat is amateurvoetbal in zijn puurste vorm: echt, eerlijk en dichtbij.
Iemand vroeg me laatst of het niet intensief is, vijftien trainers bellen in één weekend. Het antwoord kwam zonder nadenken: nee! Het is geen last, het is een voorrecht. Het zijn geen verplichtingen, maar ontmoetingen. Soms met een trainer die je al jaren kent, soms met iemand nieuw, die je verrast met een frisse kijk op het spel. Vandaag stuurde ik, zoals elke maandag, acht verslagen naar de regionale krant De Oostermoer. Kleine stukjes over grote verhalen. Want achter elke uitslag, hoe bescheiden ook, zit een wereld van emoties, inzet en beleving. Terwijl ik de laatste mail verzond, dacht ik: dit is waar het voor mij allemaal om draait. De gesprekken, de ontmoetingen, de ritjes langs de velden in Noord- Groningen, ze vormen samen het decor van mijn weekend.
In de weekenden voor De Ommelander Courant langs de lijn staan, dat is voor mij geen werk want dan zou ik ‘gisteren’al zijn gestopt. Dat is thuiskomen. De velden, de clubhuizen, de vrijwilligers achter de bar die je altijd met een glimlach begroeten, ze horen bij mijn leven. Ze vormen een wereld waarin nog tijd is voor een praatje, waarin mensen elkaar kennen bij naam, en waarin voetbal nog draait om plezier in plaats van poen. Het amateurvoetbal is de basis van alles wat het spel mooi maakt. Hier leer je respect, hier leer je omgaan met winst en verlies, hier leer je dat inzet soms belangrijker is dan talent. En bovenal: hier leer je mensen kennen. Mensen met hart voor hun club, voor hun dorp, voor hun spelers.
Soms denk ik wel eens aan al die gesprekken die ik voer ,wat ze met elkaar gemeen hebben. Misschien is het dit: iedereen die in het amateurvoetbal actief is, doet het vanuit liefde. Niemand verdient er, en zeker niet in onze regio groot geld mee, niemand doet het voor de roem. Het is passie, pure passie. En juist daarom wil ik die verhalen blijven vertellen. Niet alleen de grote wedstrijden, maar ook de kleine momenten. De pupil van de week die een doelpunt maakt, de grensrechter die al dertig jaar langs de lijn staat. De trainer die ondanks een 5-0 nederlaag vol trots praat over hoe zijn jonge ploeg bleef voetballen. Als ik maandagmiddag dan die laatste verslagregel heb geschreven en de computer afsluit, voel ik altijd een soort tevredenheid. Niet omdat het klaar is, maar omdat het goed is. Omdat ik weet dat ik weer een klein steentje heb bijgedragen aan het in beeld brengen van die prachtige wereld die amateurvoetbal heet. En dan, ergens halverwege de week, begint het alweer te kriebelen. Dan kijk ik op de speelschema’s, lees ik de voorbeschouwingen, en begint de voorpret opnieuw. Het amateurvoetbal is niet zomaar een hobby. Het is mijn wereld. En ik hoop er nog heel wat weekenden in te mogen rondlopen.

Nee, mijn weekend eindigt niet omdat ik dan pas stop met het nuttigen van de versnaperingen die voor veel mensen hét symbool van weekendvreugde zijn. Mijn weekend eindigt pas als de laatste belletjes zijn gepleegd, de verslagen de deur uit zijn, en de gedachten aan het amateurvoetbal langzaam beginnen te verstillen,tot de volgende vrijdag, wanneer het allemaal weer opnieuw begint.
Want voor mij is het amateurvoetbal geen hobby. Het is een wereld op zich van mensen die elkaar kennen, die elkaar tegenkomen langs de lijnen van de dorpsvelden. Gemiddeld gesproken heb ik in een weekend contact met zo’n vijftien trainers. En nee, dat gaat niet via appjes of vluchtige berichtjes. Daar doe ik niet aan. Ik bel. Gewoon, ouderwets. Omdat een gesprek je iets vertelt wat een appje nooit kan overbrengen: toon, gevoel, emotie. De manier waarop een trainer zucht na een verloren wedstrijd, of juist die oprechte glimlach in zijn stem wanneer de ploeg een knappe overwinning heeft geboekt, dat wil ik horen!
Vanmorgen nog sprak ik een trainer van een ploeg die volgens zijn zeggen “het betere van het spel” had, maar desondanks met lege handen stond. Ik had de samenvatting in het programma Onze Club van RTV Drenthe gezien en inderdaad, hij had gelijk. Het was zo’n typische wedstrijd waarin de ploeg het verdiende om te winnen, maar waarin de bal nu eenmaal niet goed viel.
Dat soort gesprekken zijn goud waard. Je hoort het respect, de sportiviteit, maar ook het vuur. De trainer die nuchter blijft na een nederlaag, de speler die in zijn verhaal nog even voorbij komt, de tegenstander die “ook gewoon een prima ploeg” had. Dat is amateurvoetbal in zijn puurste vorm: echt, eerlijk en dichtbij.
Iemand vroeg me laatst of het niet intensief is, vijftien trainers bellen in één weekend. Het antwoord kwam zonder nadenken: nee! Het is geen last, het is een voorrecht. Het zijn geen verplichtingen, maar ontmoetingen. Soms met een trainer die je al jaren kent, soms met iemand nieuw, die je verrast met een frisse kijk op het spel. Vandaag stuurde ik, zoals elke maandag, acht verslagen naar de regionale krant De Oostermoer. Kleine stukjes over grote verhalen. Want achter elke uitslag, hoe bescheiden ook, zit een wereld van emoties, inzet en beleving. Terwijl ik de laatste mail verzond, dacht ik: dit is waar het voor mij allemaal om draait. De gesprekken, de ontmoetingen, de ritjes langs de velden in Noord- Groningen, ze vormen samen het decor van mijn weekend.
In de weekenden voor De Ommelander Courant langs de lijn staan, dat is voor mij geen werk want dan zou ik ‘gisteren’al zijn gestopt. Dat is thuiskomen. De velden, de clubhuizen, de vrijwilligers achter de bar die je altijd met een glimlach begroeten, ze horen bij mijn leven. Ze vormen een wereld waarin nog tijd is voor een praatje, waarin mensen elkaar kennen bij naam, en waarin voetbal nog draait om plezier in plaats van poen. Het amateurvoetbal is de basis van alles wat het spel mooi maakt. Hier leer je respect, hier leer je omgaan met winst en verlies, hier leer je dat inzet soms belangrijker is dan talent. En bovenal: hier leer je mensen kennen. Mensen met hart voor hun club, voor hun dorp, voor hun spelers.
Soms denk ik wel eens aan al die gesprekken die ik voer ,wat ze met elkaar gemeen hebben. Misschien is het dit: iedereen die in het amateurvoetbal actief is, doet het vanuit liefde. Niemand verdient er, en zeker niet in onze regio groot geld mee, niemand doet het voor de roem. Het is passie, pure passie. En juist daarom wil ik die verhalen blijven vertellen. Niet alleen de grote wedstrijden, maar ook de kleine momenten. De pupil van de week die een doelpunt maakt, de grensrechter die al dertig jaar langs de lijn staat. De trainer die ondanks een 5-0 nederlaag vol trots praat over hoe zijn jonge ploeg bleef voetballen. Als ik maandagmiddag dan die laatste verslagregel heb geschreven en de computer afsluit, voel ik altijd een soort tevredenheid. Niet omdat het klaar is, maar omdat het goed is. Omdat ik weet dat ik weer een klein steentje heb bijgedragen aan het in beeld brengen van die prachtige wereld die amateurvoetbal heet. En dan, ergens halverwege de week, begint het alweer te kriebelen. Dan kijk ik op de speelschema’s, lees ik de voorbeschouwingen, en begint de voorpret opnieuw. Het amateurvoetbal is niet zomaar een hobby. Het is mijn wereld. En ik hoop er nog heel wat weekenden in te mogen rondlopen.