Lente in Bedum: vogels, Feyenoord-kousen en een KNVB-dilemma

Geschreven door Johan Staal op . Geplaatst in Rond de bal

Er waren van die dagen dat je dacht: “Is dit nou november of zitten we ineens in april?” De thermometer tikte bijna 20 graden aan. Lenteachtige temperaturen met 21 cracks op het veld In de kantine ,of eigenlijk in wat nog een voetbalkantine moet worden, was het een komen en gaan van praatjes, koffie en koeken. De mannen aan de stamtafel hadden het niet over de verkiezingen, niet over PSV dat weer een tegenstander niet had weggespeeld, en zeker niet over de komende nederlaag van Ajax. Nee, het ging over Pé & Rinus in Paradiso. En over vogels. Jawel, vogels.



oldstars

De vogelman van Veendam

“Heb je het al gehoord van Hans Drenth?” vroeg iemand terwijl hij een koek in zijn koffie sopte alsof hij er de KNVB mee wilde ontbinden. “De beste vogelman van Nederland! Die man fokt duiven, kanaries, parkieten,als het vleugels heeft en kan bijten, Hans heeft het in een hok gehad.”

En zo ging het. Van duiven die prijzen winnen tot parkieten die beter zingen dan menig supporter op de tribune. Hans, met terugwerkende kracht 70 geworden, werd door de een ‘de ijsbreker van de Veenkoloniën’ genoemd. Niet omdat hij ooit iemand het ziekenhuis in heeft getrapt, maar juist omdat hij dat nooit deed. Een verdediger van de oude stempel dus: hard, maar rechtvaardig. En met gevoel voor humor. Na het vogelverhaal en de gevulde koeken van Hans werd het tijd voor wat een voetballer het liefst doet: de training.

Afwezigen

Afwezigen zijn er altijd wel. Zo was Jan van Woudenberg herstellende van vocht in de knie, was ‘De Kuit’ op de Canarische Eilanden voor het TV -programma ‘Nederlanders in den vreemde en verder was Cor ook afwezig en daarnaast een aantal langer geblesseerden of die door ziekte zijn uitgeschakeld en die we vanaf deze kant een spoedig herstel wensen

Feyenoord-kousen en andere ongemakken

Maar nu de training waar de pass- en trapvormen prima liepen , al had Ronald wat last van zijn Feyenoord-kousen. “Ze zitten wat strak,” zei hij, terwijl de rest zich afvroeg of dat kwam door de was of door de benen. Hoe dan ook, het leverde een mooi gezicht op: een man in vol ornaat, die bij elke sprint leek te vechten met zijn eigen onderbenen. Trainer Henk die zijn fluitje inmiddels meer als sieraad droeg dan als gezagsmiddel, hield het tempo hoog. “Drie partijtjes van vijftien minuten,” riep hij. En daar ging het mis. Het eerste partijtje: een ruime voldoende. Er werd gelopen, gecombineerd, gescoord. De tweede: een matig zesje. De eerste tekenen van vermoeidheid, en bij sommigen leek het of ze ineens de grasmat aan het herbestraten waren. De derde? Een regelrechte onvoldoende. De conditie had het veld verlaten, de motivatie was onderweg naar de douche en de bal had het er ook maar bij laten zitten.

Kracht verdelen (of bier)

“Misschien de krachten beter verdelen,” zei iemand van wie de voornaam met een M begint en in Iran ius geboren, na afloop, terwijl hij naar adem hapte als een goudvis zonder water. “Of gewoon wat vaker trainen,” was het antwoord. Maar eerlijk is eerlijk: het moraal van het verhaal was/is simpel. Er zijn genoeg mensen die dolgraag op onze leeftijd nog een balletje zouden wilen trappen, maar het niet meer kunnen. Dan is een beetje hijgen na drie partijtjes toch pure luxe.