De IWF-competitie: hoe Ikea, Weekendjeweg en Familie het amateurvoetbal kapotmaken
Een inhaalweekend met vier duels. Klinkt op papier prima, toch? Een redelijk compact programma, wat wedstrijden inhalen, stand bijwerken, biertje na afloop, klaar. Alleen, dat is het dus niet. Want als dat alles is wat er in vier competities wordt ingehaald, dan hebben we het niet over een competitie meer. Dan hebben we het over een toneelstuk met lege stoelen, waarin de hoofdrolspelers vergeten zijn dat je eerst moet komen opdagen voordat je applaus verdient.

Vier competities, vier inhaalduels. En dan te bedenken dat in de 6e klasse -4 KRC 2 inmiddels is verdwenen. Weg. Klaar. Opgeheven. De zondag 5e klasse -1? Daar geldt hetzelfde voor de reserves van Usquert. In beide dorpen kwam men tot de conclusie dat het doormodderen geen zin meer had. Een kansloze missie, zeiden ze. En eerlijk gezegd, ze hebben gelijk. Want wat heeft het nog voor zin als je met moeite elf man bij elkaar kunt schrapen, en de helft bij het eerste fluitsignaal al met de gedachten in de Ikea loopt?
De harde waarheid is dat de B-categorie binnen het amateurvoetbal steeds meer verwordt tot wat ik gekscherend de IWF-competitie noem. De I(kea)-, W(eekendjeweg)-, F(amilieweekend)-competitie. Een competitie waarin voetbal niet meer de eerste hobby is, maar een optie, ergens tussen een brunchafspraak en de Black Friday-aanbiedingen in. En het wordt er niet beter op. Want als je de standen en programma’s bekijkt, zie je een karrenvracht aan openstaande duels. Wedstrijden die niet zijn afgelast omdat het veld blank stond, maar omdat de helft van het team “even een weekendje naar Center Parcs” was of “met de schoonfamilie op Texel zat”. En weet je wat het ergste is? Er zijn nu al duels ‘’gewoon’ doorgeschoven naar het inhaalweekend van 15 november. Een periode waarin de meeste velden vaker op een rijstakker lijken dan op een voetbalveld. Maar ach,dat maakt de deelnemers aan de IWF-competitie niet uit. Want dan zijn de meesten toch alweer bezig met het plannen van hun kerstmarktbezoek of het plannen van de wintersport.
Voor wie het even kwijt is: die regel bepaalt dat wanneer een speler geen 15 duels in bijvoorbeeld het eerste elftal heeft gespeeld hij in het tweede mag spelen. Maar gek genoeg, niemand maakte daar echt gebruik van.
Waar vroeger de plicht zwaarder woog dan het recht, je meldde je, speelde, trainde, en pas daarna dacht je na over andere plannen, daar heerst nu de overtuiging dat alles moet wijken voor het eigen gemak. Spelers, leiders, coaches: ze praten over “rechten” alsof ze betaald krijgen voor hun aanwezigheid. “Ik heb toch ook recht op m’n weekend?” hoor je dan. Ja, tuurlijk. Maar voetbal ís dat weekend!En dat is precies wat velen niet meer snappen. Amateurvoetbal is geen verplichting, het is een voorrecht. Een sociale lijm die dorpen bij elkaar houdt. De plek waar jongens en meiden vriendschappen smeden die verder reiken dan de zijlijn. Maar dat besef is bij veel ploegen volledig verdwenen. Clubs worden nu gerund als WhatsApp-groepen: “Wie kan er zondag?”,gevolgd door een oorverdovende stilte of het bekende rijtje afmeldingen met emoji’s.

Vier competities, vier inhaalduels. En dan te bedenken dat in de 6e klasse -4 KRC 2 inmiddels is verdwenen. Weg. Klaar. Opgeheven. De zondag 5e klasse -1? Daar geldt hetzelfde voor de reserves van Usquert. In beide dorpen kwam men tot de conclusie dat het doormodderen geen zin meer had. Een kansloze missie, zeiden ze. En eerlijk gezegd, ze hebben gelijk. Want wat heeft het nog voor zin als je met moeite elf man bij elkaar kunt schrapen, en de helft bij het eerste fluitsignaal al met de gedachten in de Ikea loopt?
De harde waarheid is dat de B-categorie binnen het amateurvoetbal steeds meer verwordt tot wat ik gekscherend de IWF-competitie noem. De I(kea)-, W(eekendjeweg)-, F(amilieweekend)-competitie. Een competitie waarin voetbal niet meer de eerste hobby is, maar een optie, ergens tussen een brunchafspraak en de Black Friday-aanbiedingen in. En het wordt er niet beter op. Want als je de standen en programma’s bekijkt, zie je een karrenvracht aan openstaande duels. Wedstrijden die niet zijn afgelast omdat het veld blank stond, maar omdat de helft van het team “even een weekendje naar Center Parcs” was of “met de schoonfamilie op Texel zat”. En weet je wat het ergste is? Er zijn nu al duels ‘’gewoon’ doorgeschoven naar het inhaalweekend van 15 november. Een periode waarin de meeste velden vaker op een rijstakker lijken dan op een voetbalveld. Maar ach,dat maakt de deelnemers aan de IWF-competitie niet uit. Want dan zijn de meesten toch alweer bezig met het plannen van hun kerstmarktbezoek of het plannen van de wintersport.
De regel van 15
En dan is er nog iets wat me mateloos stoort: de regel van 15.Voor wie het even kwijt is: die regel bepaalt dat wanneer een speler geen 15 duels in bijvoorbeeld het eerste elftal heeft gespeeld hij in het tweede mag spelen. Maar gek genoeg, niemand maakte daar echt gebruik van.
De omgekeerde wereld,
We leven in de omgekeerde wereld van het amateurvoetbal.Waar vroeger de plicht zwaarder woog dan het recht, je meldde je, speelde, trainde, en pas daarna dacht je na over andere plannen, daar heerst nu de overtuiging dat alles moet wijken voor het eigen gemak. Spelers, leiders, coaches: ze praten over “rechten” alsof ze betaald krijgen voor hun aanwezigheid. “Ik heb toch ook recht op m’n weekend?” hoor je dan. Ja, tuurlijk. Maar voetbal ís dat weekend!En dat is precies wat velen niet meer snappen. Amateurvoetbal is geen verplichting, het is een voorrecht. Een sociale lijm die dorpen bij elkaar houdt. De plek waar jongens en meiden vriendschappen smeden die verder reiken dan de zijlijn. Maar dat besef is bij veel ploegen volledig verdwenen. Clubs worden nu gerund als WhatsApp-groepen: “Wie kan er zondag?”,gevolgd door een oorverdovende stilte of het bekende rijtje afmeldingen met emoji’s.