De bestuurskamers zijn vaak leeg – en dat is een probleem

Geschreven door Johan Staal op . Geplaatst in Rond de bal

en bestuurskamer van een voetbalclub was ooit een plek waar alles samenkwam. De teamleiders, de scheidsrechters, de schrijvende pers, iedereen vond er zijn weg, zijn kop koffie, zijn opstelling en zijn welkom. Het was het kloppend hart van de club op een wedstrijddag, een ruimte waar het woord gastvrijheid tastbaar werd. Maar steeds vaker hoor je dat bestuurskamers leger zijn dan ooit. En dat is niet alleen een kwestie van beeldvorming: het is een feit.




johan 2

De digitalisering van het wedstrijdformulier heeft hier zonder twijfel een grote rol in gespeeld. Waar de teamleider vroeger netjes het formulier in de bestuurskamer invulde, gebeurt dat nu via een app of online. Efficiënter? Zeker. Minder gedoe met papieren, pennen en onleesbare handschriften. Maar er zit ook een keerzijde aan. Want met het verdwijnen van die handeling verdween ook een vast contactmoment tussen de begeleiding van teams en de bestuurskamer. Een moment waarop je elkaar zag, sprak en soms terloops even een probleem oploste. Nu worden zulke ontmoetingen schaars.

Voor de schrijvende pers is de digitalisering vaak eerder een vloek dan een zegen. Waar ze vroeger even de bestuurskamer binnenliepen en een opstelling meekregen, moeten ze nu vaak hun weg zoeken via www.voetbal.nl – en stuiten ze daar geregeld op een muur van afgeschermde namen. Privacyregels zijn belangrijk, maar voor een journalist die gewoon een verslag wil maken, levert het vooral frustratie op. Een gastvrije bestuurskamer bood uitkomst: daar kon men de opstellingen doornemen, vragen stellen en meteen een gevoel krijgen bij de club. Dat alles dreigt te verdwijnen.

En zo hoor je steeds vaker verhalen die eigenlijk pijnlijk zijn voor het amateurvoetbal. Gastteams die arriveren en geen bestuurslid zien, laat staan een kop koffie. Scheidsrechters die aan hun lot worden overgelaten, zonder dat iemand de moeite neemt om ze welkom te heten of hen fatsoenlijk te voorzien van de basisvoorzieningen die bij hun taak horen. Journalisten die het moeten doen met halve opstellingen en nergens iemand kunnen vinden die uitleg wil geven. Dit is niet alleen onbehoorlijk, het is slecht voor het imago van de club.

Want laten we eerlijk zijn: een bestuurskamer is meer dan een ruimte. Het is het visitekaartje van een vereniging. Het is de plek waar een gast het eerste contact heeft met de ziel van de club. Het is de ruimte waar warmte, gastvrijheid en professionaliteit samenkomen. Als die bestuurskamer leeg is, straalt dat leegte af op de hele vereniging. Het zegt: “Wij hebben het te druk met onszelf, zoek het maar uit.” En dat is dodelijk voor de cultuur van het amateurvoetbal, waarin ontmoeting en gemeenschap centraal zouden moeten staan.

Natuurlijk, de tijden veranderen. Vrijwilligers zijn schaarser, iedereen heeft het druk. Bestuursfuncties worden minder aantrekkelijk gevonden, mede door de vele administratieve lasten die erbij komen kijken. Maar juist daarom is het des te belangrijker dat de bestuurskamer niet vergeten wordt. Het hoeft niet groots en meeslepend te zijn: een vriendelijk gezicht, een kop koffie en een lijstje met opstellingen kunnen al het verschil maken.

Bovendien moeten clubs beseffen dat de bestuurskamer ook een plek is waar je goodwill kweekt. Een scheidsrechter die zich welkom voelt, fluit misschien net iets relaxter. Een gastteam dat netjes ontvangen wordt, vertrekt met respect. Een journalist die zijn werk goed kan doen, schrijft een stuk dat recht doet aan de wedstrijd én de vereniging. Het zijn kleine investeringen die zich dubbel en dwars terugbetalen in reputatie en relaties.

Het is te makkelijk om te zeggen: “Alles gaat tegenwoordig digitaal.” Want voetbal is en blijft mensenwerk. Geen enkele app kan de waarde vervangen van een bestuurslid dat je een hand geeft en vraagt hoe je reis was. Geen enkel digitaal formulier kan het gevoel van welkom overbrengen dat een goed georganiseerde bestuurskamer kan uitstralen. Digitalisering mag nooit een excuus zijn voor het wegvallen van gastvrijheid.

Daarom is het hoog tijd dat clubs weer gaan investeren in hun bestuurskamers. Niet in marmeren tafels of dure stoelen, maar in mensen die er aanwezig zijn. Vrijwilligers die snappen dat hun glimlach en inzet net zo belangrijk zijn als het aantal ballen op het trainingsveld. Clubs zouden moeten erkennen dat een bezette bestuurskamer geen luxe is, maar een noodzaak.

Bestuurskamers horen bemand of bevrouwd te zijn. Punt. Ze zijn een symbool van respect voor het spel, voor de tegenstander, voor de scheidsrechter en voor iedereen die het amateurvoetbal een warm hart toedraagt. En zolang we dat niet meer vanzelfsprekend vinden, verliezen we stukje bij beetje iets essentieels: de menselijke maat in het voetbal.

Dus, aan alle clubs die dit lezen: denk nog eens goed na voor je de bestuurskamer links laat liggen. Zorg dat iemand de koffie schenkt en de gastvrijheid belichaamt. Want hoe leeg een bestuurskamer ook kan zijn, er is niets leger dan een club die vergeten is waar gastvrijheid en respect beginnen.