Clubicoon: Rommie Dijkstra, een groot hart voor Zeester
Elke voetbalvereniging heeft ze.
De mannen en vrouwen die meer zijn dan alleen vrijwilligers, spelers of bestuursleden.
De mensen die met hun inzet, karakter en liefde voor de club een onuitwisbare indruk hebben achtergelaten. Zij die niet alleen zichtbaar waren in de bloeiperiodes, maar vooral ook toen het minder ging. Zij zijn het kloppende hart van de vereniging, de ziel waar alles om draait.

Voor de mensen die ooit betrokken waren bij de toen nog s.v. Zeester uit Zoutkamp, zal de naam Rommie Dijkstra altijd verbonden blijven aande voetbalclub uit Zoutkamp. Rommie wás Zeester. En wie hem heeft gekend, weet precies wat daarmee bedoeld wordt.
Ik herinner me Rommie als iemand die altijd aanwezig was, zonder ooit de behoefte te hebben om op de voorgrond te treden. Hij was niet de man van grote gebaren of dure woorden, maar van doen, luisteren, en betrokken zijn. Rommie stond voor alles wat Zeester destijds vertegenwoordigde: inzet en een diepgewortelde liefde voor de club .
Beroemd waren zijn speeches. Wie erbij was, zal zich ze ongetwijfeld herinneren. Soms begon hij een verhaal waarvan je dacht: waar gaat dit in vredesnaam heen? Maar dan, alsof het nooit anders bedoeld was, bracht hij alles samen in een slot dat je raakte. Rommie kon met zijn woorden mensen verbinden. Hij had gevoel voor het moment, voor de sfeer, voor wat de club nodig had. Of het nu ging om een kampioensfeestje, een vrijwilligersavond of een algemene ledenvergadering ,Rommie probeerde altijd te zorgen dat iedereen met een goed gevoel naar huis ging.
Minder leden, tegenvallende resultaten, discussies over de toekomst van het dorp en het voetbal erin. Rommie liet zich er nooit door uit het veld slaan. “We komen hier samen uit,” zei hij dan, met die kenmerkende kalmte die vertrouwen gaf. Zijn kracht lag in het blijven geloven, in mensen, in de club, in het idee dat Zeester altijd zou blijven bestaan, wat er ook gebeurde.
Toen in 2009 de fusie met UVV’70 tot stand kwam en de nieuwe vereniging VVSV’09 werd geboren, voelde dat voor velen dubbel. Voor Rommie betekende het het einde van een tijdperk, maar niet van zijn clubliefde. Hij begreep dat de toekomst soms om veranderingen vraagt. “Als dit is wat goed is voor het voetbal in Zoutkamp en Ulrum, dan moeten we er met z’n allen voor gaan,” zei hij. Dat typeerde hem: trouw aan zijn club, maar nooit star. Altijd gericht op verbinding.
Rommie had gevochten met dezelfde vastberadenheid waarmee hij zijn club jarenlang had geleid, maar dit gevecht was er één die hij niet kon winnen. Toch blijft zijn naam, zijn gezicht, zijn stem voortleven in alles wat Zeester ooit was en nog altijd is. In de manier waarop mensen elkaar begroeten op de club, in de vrijwilligers die zonder klagen hun werk doen, daar leeft Rommie voort.
Een praatje hier, een grap daar, een hand op de schouder op het juiste moment. Hij belichaamde wat het betekent om onderdeel te zijn van een vereniging: niet alleen komen voor het voetbal, maar voor de mensen eromheen. Misschien is dat wel het grootste compliment dat je iemand kunt geven in het amateurvoetbal: dat je gemist wordt, niet alleen als bestuurder of vrijwilliger, maar als mens.
Rommie was Zeester, maar Zeester is ook een beetje Rommie gebleven. Als ik nu terugdenk aan die tijd, zie ik hem weer staan. Een beetje achterover, handen in de zakken, met die typische glimlach op zijn gezicht. Toekijkend hoe zijn club leefde. Hij zou trots zijn, op wat er allemaal nog altijd gebeurt in Zoutkamp en omgeving. En terecht. Want sommige mensen verdwijnen niet echt. Ze blijven, in verhalen, herinneringen, en in het hart van een club.
En Rommie Dijkstra? Die hoort voorgoed thuis in mijn rijtje van echte clubiconen.
De mannen en vrouwen die meer zijn dan alleen vrijwilligers, spelers of bestuursleden.
De mensen die met hun inzet, karakter en liefde voor de club een onuitwisbare indruk hebben achtergelaten. Zij die niet alleen zichtbaar waren in de bloeiperiodes, maar vooral ook toen het minder ging. Zij zijn het kloppende hart van de vereniging, de ziel waar alles om draait.

Voor de mensen die ooit betrokken waren bij de toen nog s.v. Zeester uit Zoutkamp, zal de naam Rommie Dijkstra altijd verbonden blijven aande voetbalclub uit Zoutkamp. Rommie wás Zeester. En wie hem heeft gekend, weet precies wat daarmee bedoeld wordt.
Ik herinner me Rommie als iemand die altijd aanwezig was, zonder ooit de behoefte te hebben om op de voorgrond te treden. Hij was niet de man van grote gebaren of dure woorden, maar van doen, luisteren, en betrokken zijn. Rommie stond voor alles wat Zeester destijds vertegenwoordigde: inzet en een diepgewortelde liefde voor de club .
De voorzitter met de glimlach
Zijn periode als voorzitter van Zeester kenmerkte zich door warmte, humor en een ongelofelijk verantwoordelijkheidsgevoel. Rommie was een voorzitter die de club niet alleen bestuurde, maar ook begreep. Hij kende de vrijwilligers bij naam, wist wanneer een speler een schouderklopje nodig had of wanneer het juist tijd was voor een streng woord. En altijd deed hij dat met een glimlach, zijn handelsmerk.Beroemd waren zijn speeches. Wie erbij was, zal zich ze ongetwijfeld herinneren. Soms begon hij een verhaal waarvan je dacht: waar gaat dit in vredesnaam heen? Maar dan, alsof het nooit anders bedoeld was, bracht hij alles samen in een slot dat je raakte. Rommie kon met zijn woorden mensen verbinden. Hij had gevoel voor het moment, voor de sfeer, voor wat de club nodig had. Of het nu ging om een kampioensfeestje, een vrijwilligersavond of een algemene ledenvergadering ,Rommie probeerde altijd te zorgen dat iedereen met een goed gevoel naar huis ging.
De man achter de voorzitter
Wat Rommie zo bijzonder maakte, was dat hij nooit onderscheid maakte tussen het eerste elftal, het vrouwenteam, de jeugd, of tussen een bestuurslid of kantinevrijwilliger. Iedereen hoorde erbij. En iedereen kreeg zijn aandacht. Die verbondenheid maakte Zeester tot een echte vereniging. Niet alleen een voetbalclub, maar een gemeenschap. En daarin speelde Rommie Dijkstra een belangrijke rol.De moeilijke jaren
Zoals bij elke club waren er ook bij Zeester tijden dat het minder ging.Minder leden, tegenvallende resultaten, discussies over de toekomst van het dorp en het voetbal erin. Rommie liet zich er nooit door uit het veld slaan. “We komen hier samen uit,” zei hij dan, met die kenmerkende kalmte die vertrouwen gaf. Zijn kracht lag in het blijven geloven, in mensen, in de club, in het idee dat Zeester altijd zou blijven bestaan, wat er ook gebeurde.
Toen in 2009 de fusie met UVV’70 tot stand kwam en de nieuwe vereniging VVSV’09 werd geboren, voelde dat voor velen dubbel. Voor Rommie betekende het het einde van een tijdperk, maar niet van zijn clubliefde. Hij begreep dat de toekomst soms om veranderingen vraagt. “Als dit is wat goed is voor het voetbal in Zoutkamp en Ulrum, dan moeten we er met z’n allen voor gaan,” zei hij. Dat typeerde hem: trouw aan zijn club, maar nooit star. Altijd gericht op verbinding.
Een strijd die hij niet kon winnen
In januari 2012 bereikte mij, ver weg in Gambia, het bericht dat Rommie was overleden. We wisten allemaal dat de gevreesde ziekte hem in haar greep had, maar het nieuws kwam toch hard aan.Rommie had gevochten met dezelfde vastberadenheid waarmee hij zijn club jarenlang had geleid, maar dit gevecht was er één die hij niet kon winnen. Toch blijft zijn naam, zijn gezicht, zijn stem voortleven in alles wat Zeester ooit was en nog altijd is. In de manier waarop mensen elkaar begroeten op de club, in de vrijwilligers die zonder klagen hun werk doen, daar leeft Rommie voort.
Een icoon dat nooit verdwijnt
Wat Rommie Dijkstra zo’n clubicoon maakte, was niet één enkele prestatie, maar de optelsom van duizenden kleine daden.Een praatje hier, een grap daar, een hand op de schouder op het juiste moment. Hij belichaamde wat het betekent om onderdeel te zijn van een vereniging: niet alleen komen voor het voetbal, maar voor de mensen eromheen. Misschien is dat wel het grootste compliment dat je iemand kunt geven in het amateurvoetbal: dat je gemist wordt, niet alleen als bestuurder of vrijwilliger, maar als mens.
Rommie was Zeester, maar Zeester is ook een beetje Rommie gebleven. Als ik nu terugdenk aan die tijd, zie ik hem weer staan. Een beetje achterover, handen in de zakken, met die typische glimlach op zijn gezicht. Toekijkend hoe zijn club leefde. Hij zou trots zijn, op wat er allemaal nog altijd gebeurt in Zoutkamp en omgeving. En terecht. Want sommige mensen verdwijnen niet echt. Ze blijven, in verhalen, herinneringen, en in het hart van een club.
En Rommie Dijkstra? Die hoort voorgoed thuis in mijn rijtje van echte clubiconen.