THOS uit Beerta stopt ermee: een pijnlijke wake-upcall voor het amateurvoetbal
De kop sloeg donderdagavond in als een bom: THOS (Tot Heil Onzer Spieren) uit Beerta houdt op te bestaan. Alleen al de naam ademt een stuk voetbalgeschiedenis uit.
“Het voortbestaan is helaas niet langer mogelijk”
De verklaring van het bestuur liet weinig ruimte voor hoop:“Met verdriet willen wij mededelen dat THOS stopt met bestaan. Wij zullen onze vereniging opheffen. Deze beslissing is vanavond genomen, omdat meerdere spelers hebben besloten te stoppen bij het tweede elftal. Hierdoor is het voortbestaan van de vereniging helaas niet langer mogelijk.”Kille woorden, maar ondertussen beladen. Want achter die paar zinnen gaat een lange strijd schuil. Wie het voetbal volgt, weet dat dit zelden een besluit is dat uit de lucht komt vallen. Vaak is het de finish van een jarenlange afdaling: elk seizoen net iets minder leden, net iets meer moeite om elftallen vol te krijgen, net iets meer vrijwilligers die afhaken, net iets meer vergaderingen waarin de vraag “Hoe lang houden we dit nog vol?” rondzingt.
Resultaten zeggen niet alles, maar soms wel genoeg
Neem het tweede elftal, het enige elftal nog van THOS, waarvan het afhaken van meerdere spelers uiteindelijk de druppel bleek. Vijf duels gespeeld, vier verloren en één gelijkgespeeld. Het zijn cijfers die, op zichzelf, niet schokkend lijken. In het amateurvoetbal gaat het immers niet alleen om resultaten. Maar prestaties kunnen wel een signaal zijn van iets anders: afnemende motivatie, minder trainingsopkomst, een elftal dat op zijn laatste benen staat. Bij THOS hebben de resultaten waarschijnlijk niet geholpen om de animo te behouden die zo hard nodig was om door te gaan.Een regio met meer zorgen
Wie denkt dat THOS een incident is, kijkt niet goed genoeg om zich heen. De krimpregio’s van het noorden, delen van Oost-Groningen, Het Hogeland en het Westerkwartier, hebben te maken met dezelfde problemen: minder jeugd, vergrijzende selecties, dalende ledenaantallen. Op Het Hogeland komt de druk op meerdere clubs steeds duidelijker naar voren. En in Westerkwartier is het beeld niet veel rooskleuriger. Zelfs clubs die traditioneel altijd konden bouwen op een sterke kern, merken dat die vanzelfsprekendheid begint weg te vallen.De fusiegolf komt eraan — en is misschien wel noodzakelijk
Een goed voorbeeld vinden we in de voormalige gemeente De Marne. De gesprekken tussen FC LEO, Kloosterburen en VVSV’09 over een mogelijke fusie komen voort uit realisme. Geen enkele bestuurder wil het moment meemaken waarop een club wordt opgeheven. En vóór je dat punt bereikt, is samenwerken soms de enige logische route.Een fusie is nooit populair. Het doet iets met het gevoel van identiteit, met clubkleuren, met historie. Maar het alternatief, stoppen, is altijd pijnlijker.