Spelerskaarten: nu is het genoeg!!

Geschreven door Johan Staal op . Geplaatst in Columns

Het amateurvoetbal ,de trots van de dorpen, het cement van de gemeenschap, het toneel van kameraadschap, modder, gehaktballen en derde helften. Althans, dat is het romantische beeld dat we elkaar nog steeds graag voorschotelen. Maar wie even onder de motorkap kijkt, ziet iets anders: rot, verrot, en nog dieper verrot.

johan 2

Spelerskaarten, ooit bedoeld om eerlijkheid en transparantie te waarborgen, zijn in de lagere regionen van het amateurvoetbal verworden tot lachertjes, tot museumstukken van een systeem dat niemand meer serieus neemt. De regel is simpel: je speelt met je eigen kaart, onder je eigen naam, met je eigen nummer. De praktijk? Een stoet van schorsingen die via het spelen onder een andere naam verdwijnen en spelers/ speelsters die op zaterdag bij twee clubs tegelijk schitteren.

Iedereen weet het. En niemand doet wat.

‘Pietje Schraapmijdewortel’ krijgt rood, drie wedstrijden schorsing. Pech gehad, zou je denken. Maar nee, de week erna staat hij er weer ,keurig op het wedstrijdformulier, maar onder de naam van “J. de Vries”, die zogenaamd met een blessure thuis zit. De scheidsrechter vraagt bij de kaartencontrole nog netjes naar ID’s, maar de stapel wordt vluchtig bekeken. De grensrechter mompelt wat, het begint te regenen, iedereen wil gewoon voetballen. Dus hup, aftrap, en de farce kan beginnen. Want eerlijk? Kaartencontrole in het amateurvoetbal gebeurt minder vaak dan douanecontrole bij de grens met Duitsland. En als het al gebeurt, dan is het vaak pro forma. Niemand die de pasfoto’s echt bekijkt. Niemand die checkt of de kale vent van 38 echt de “Jordy” is van 22 die volgens de app op het veld zou staan. Het is een open geheim. Een collectieve zwendel waar hele competities op draaien. En het is triest. Schrijnend triest.

Want het amateurvoetbal was ooit het laatste bastion van echtheid. Maar dat bastion brokkelt af. Niet door het niveau, niet door de modderige velden of de versleten doeltjes, maar door de mentaliteit. Het morele kompas is zoek. En het ergste is: men haalt de schouders op.

“Ach, iedereen doet het toch?”
“Ja, maar bij die andere club hebben ze ook gesjoemeld hoor.”
“Kom op, het is maar amateurvoetbal.”

Juist dát. Het is maar amateurvoetbal. Juist daarom zou het eerlijk moeten zijn. Juist daarom zou het puur moeten blijven. Waar doping in het wielrennen ooit de sport verziekte, is identiteitsfraude nu het dopingprobleem van het amateurvoetbal. Iedereen weet dat het gebeurt, niemand grijpt in, en wie er niet aan meedoet, voelt zich de sukkel van het stel. “Wil jij de enige eerlijke zijn die degradeert omdat de rest met geschorste spelers speelt?” Natuurlijk niet. Dus doet men mee. En zo sterft het amateurvoetbal, niet door gebrek aan spelers, maar door morele verrotting.

De KNVB? Die kijkt weg. Of is simpelweg machteloos. Hoe controleer je duizenden clubs, tienduizenden teams, honderdduizenden spelers? Onmogelijk, zeggen ze. En dus laat men het los. “Het zal wel meevallen.” Nee, het valt niet mee. Het is een plaag die zich genesteld heeft in de onderste regionen van het voetbalpiramide, waar eerlijkheid allang heeft plaatsgemaakt voor opportunisme. En wat doet dat met de sport zelf? Het maakt alles waardeloos.
Die 2-1 winst voelt niet meer als winst als je weet dat hun spits eigenlijk geschorst was. Die degradatie voelt onrechtvaardig als de tegenstander halve selecties van andere clubs inleent.

De echte slachtoffers? Niet de valsspelers. Die lachen erom.
De echte slachtoffers zijn de eerlijke ploegen. De teams die gewoon hun eigen jongens opstellen, die met moeite elf man bij elkaar schrapen, die wél hun schorsingen uitzitten. En ondertussen gaat het feest verder.
Zaterdagmiddag, veld drie, de regen tikt op de dug-out, een scheids die het allemaal “ook niet precies weet”, en een elftal vol schorsingen dat vrolijk verder voetbalt. En iedereen weet het. De tegenstander, de leiders, de supporters, de scheids. En niemand zegt iets. Omdat we met z’n allen hebben besloten dat eerlijkheid in de kelder van het amateurvoetbal niet meer loont. Omdat we met z’n allen doen alsof het niet uitmaakt. Omdat we vergeten zijn waar het spel eigenlijk om draaide: plezier en sportiviteit.

En dus, beste amateurvoetballer die ook het komend weekend onder een valse naam speelt, wees eerlijk tegen jezelf. Je wint misschien de wedstrijd, maar je verliest iets veel groters. Je verliest dat wat het voetbal mooi maakt. Het amateurvoetbal is niet stuk door geldgebrek, niet door de KNVB, niet door kunstgras. Het is stukgemaakt door de spelers/leiders en de clubs zelf.

En zolang we blijven zeggen “iedereen doet het toch”, verandert er niets. De waarheid is simpel: wie meedoet aan dit spel van bedrog, helpt het voetbal kapot te maken, stukje bij beetje, zaterdag na zaterdag. De grote farce van het amateurvoetbal is geen incident meer. Het ís het systeem. En het wordt pas beter als iemand eindelijk durft te zeggen: nu is het genoeg.