Verwend, of simpelweg te beschermd? Een waarschuwing voor ouders en jeugdtrainers

Geschreven door Johan Staal op . Geplaatst in Columns





Erik Meijer, oud-speler van PSV, Bayer Leverkusen en Liverpool, liet onlangs zijn licht schijnen op de hedendaagse voetbalcultuur, en zijn kritiek was scherp. Volgens hem worden jonge spelers tegenwoordig té veel beschermd. Data, overbezorgde ouders en een overvloed aan regeltjes bepalen wat ze wel en niet mogen doen, terwijl er tegelijkertijd constant wordt geklaagd over het aantal wedstrijden. Zijn woorden snijden diep: “Verwende rotjongens zijn het geworden. Dat is niet de schuld van de kinderen, maar van de ouders.” En eerlijk gezegd, daar zit een kern van waarheid in.


johan 2



Kijk maar eens naar het jeugdvoetbal. Sinds enkele jaren worden er na ieder van de vier fases kampioenschappen vanaf JO11-teams kampioenschappen gevierd. Dat klinkt op het eerste gezicht onschuldig, misschien zelfs leuk. Maar het voelt vreemd, de beloning staat los van het werk , een poultje van zes duels , winnen dat ervoor is geleverd. Het is een trend die naadloos aansluit bij de kritiek van Meijer: kinderen pamperen in plaats van uitdagen. Het is belangrijk te beseffen dat winnen en verliezen leren essentiële levenslessen zijn. Al op jonge leeftijd leren dat succes niet vanzelf komt, dat je moet werken voor een resultaat en dat tegenslagen onvermijdelijk zijn, vormt de basis voor veerkracht. Het is precies deze veerkracht die jonge spelers later helpt bij hun ontwikkeling, zowel op het veld als daarbuiten. Teams die op jonge leeftijd al constant in de watten worden gelegd, leren deze cruciale lessen veel minder goed. Samen trainen, ondanks wind en regen, is een ander aspect van deze leerervaring. Dat is misschien wel de belangrijkste les van jeugdvoetbal: dat je alleen door samenwerking écht verder komt. Maar wanneer een team na zes duels al op uitgebreide schaal wordt gehuldigd voor een zogenaamde “titel”, wordt deze boodschap ondermijnd. Dat betekent niet dat erkenning verboden is. Kinderen mogen best trots zijn op wat ze bereiken en mogen zeker ook even stilstaan bij kleine successen. Maar de balans is zoek. Wanneer een kampioenschap wordt uitgereikt na een paar wedstrijden, terwijl het seizoen nog lang niet voorbij is, wordt het idee van echte prestatie gedevalueerd. Het team leert dan niet dat iedere overwinning het resultaat is van inzet, samenwerking en doorzettingsvermogen; in plaats daarvan wordt het een symbolische beloning, los van het werk dat er werkelijk voor is gedaan.

Het is aan trainers en ouders om hier scherp op te zijn. De tendens om kinderen te beschermen, te pleasen of te belonen zonder dat daar echte inspanning tegenover staat, heeft directe gevolgen voor hun ontwikkeling. Ouders die hun kinderen constant bijstaan of hen willen behoeden voor elke negatieve ervaring, creëren een foute comfortzone.

Een kind dat leert dat verliezen bij het spel hoort, dat een fout maken niet het einde van de wereld is ontwikkelt een mentale sterkte die later cruciaal is. Een kampioenschap dat wordt uitgereikt als de competitie nog in de kinderschoenen staat, doet dit leerproces tekort.

Daarnaast heeft het vroegtijdig huldigen van teams een andere, subtielere maar minstens zo schadelijke, uitwerking: het schept verwachtingen en competitie onder de verkeerde voorwaarden. Wanneer kinderen gewend raken aan constante beloning, kunnen ze teleurgesteld raken wanneer later in hun carrière het echte werk begint. De werkelijkheid van voetbal, en eigenlijk van het leven ,is dat succes niet vanzelf komt, dat verliezen onvermijdelijk is en dat inzet altijd belangrijker is dan het resultaat op korte termijn.

Erik Meijer wijst hiermee niet alleen op een probleem in het voetbal, maar op een bredere tendens in de samenleving. We leven in een pamper-maatschappij waarin kinderen vaak beschermd worden tegen de normale uitdagingen van het leven. Het voetbalveld biedt juist een unieke mogelijkheid om dit te counteren: een plek waar kinderen leren samenwerken, verantwoordelijkheid dragen, doorzetten en omgaan met tegenslagen. Trainers en ouders die dit proces ondermijnen, doen de jeugd een groot tekort.

Het advies is daarom duidelijk: geef kinderen ruimte om te leren, te groeien en fouten te maken. Beloon inspanning, niet alleen resultaat. Vier kleine successen, maar plaats deze in de juiste context. Benadruk dat winnen fijn is, maar dat het echte doel is om als team beter te worden, harder te werken en samen te leren. Zo bereiden we kinderen niet alleen voor op een betere voetbaltoekomst, maar ook op het leven daarbuiten. En laten we eerlijk zijn: als een team aan het einde van het seizoen beter voetbalt, is dat veel meer waard dan een symbolische beker op jonge leeftijd. Het wordt tijd dat ouders en trainers deze waarheid onder ogen durven zien.