Wat gebeurt er op de Noord-Groninger velden?
Er bestaan van die zaterdagen waarop je jezelf afvraagt of je niet beter met een camera en een notitieblok in de auto kunt stappen dan met een boodschappenlijstje. Want eerlijk is eerlijk: wie in Noord-Groningen rondrijdt op een doorsnee zaterdag, kan z’n ogen uitkijken. Waar je op www.hollandsevelden.nl terecht kunt voor droge uitslagen en keurige statistieken, daar krijg je onderweg van Ezinge naar Warffum, Kloosterburen of Uithuizeermeeden het theaterstuk van het amateurvoetbal er gratis bij. En geloof me: dat is vaak nog veel leuker.

Neem nou afgelopen zaterdag. Ik reed terug van een interview en kwam langs een sportcomplex waar het leek alsof er een muziekfestival gaande was. Parkeerplaatsen? Vol. Grasvelden? Vol. En zelfs de bermen rondom stonden vol met auto’s waarvan je je afvroeg of ze met een kraan waren neergezet. Het schijnt een wekelijks ritueel te zijn. Ouders langs de lijn staan, opa’s en oma’s die voor de derde keer uitleg krijgen van de kleinkinderen wat buitenspel is, en een kantine waar de frikandellen al vanaf 09:00 uur liggen te knisperen. Je kunt zeggen wat je wilt, maar de voetballerij in Noord-Groningen is springlevend.
Een paar kilometer verder zag ik jeugdteams spelen. En daar ging het mis ,althans voor iemand zoals ik die gevoel heeft voor sporttenues. Want wat doe je als beide teams dezelfde kleur shirts hebben? Juist, dan trek je hesjes aan. Maar eerlijk: hesjes over een wedstrijdshirt is zoiets als een regenjas aantrekken in de sauna. Het ziet er niet uit en voelt nog beroerder. Ik dacht: beste clubmensen, ga eens kijken bij KWD Sport in Doetinchem. Voor een paar tientjes meer laat je je jeugd in reserveshirts voetballen, en dan lopen ze tenminste niet voor gek. Nee, ik heb geen aandelen, al zou ik na zaterdag misschien aandelen moeten nemen.
’s Middags ging het vrolijk verder. Ik was in Kloosterburen bij de wedstrijd tegen KRC. Ook daar weer het shirtendebat. KRC had blijkbaar ook de reserveshirts in de kast laten hangen. Gelukkig floot arbiter Smit de wedstrijd alsof hij zelf ook wel begreep dat kleurenblindheid niet ineens besmettelijk was geworden. Maar stel je voor dat er een strenge scheids had gestaan, eentje die nog met een liniaal de sokhoogte controleert? Dan was de wedstrijd waarschijnlijk begonnen met het lenen van hesjes van het lokale volleybalteam. En geloof me: niemand wordt blij van voetbal in neonoranje.
Op een foto van een duel in Warffum zag ik wél reserveshirts. Ezinge speelde daar in rood tegen de gele brigade van Warffum. Op zich keurig geregeld, maar ook daar dacht ik: waarom niet gewoon in het eigen witte clubshirt? Het zou best passen in het tafereel van die middag: Warffum in geel, Ezinge in wit, en een scheidsrechter die tevreden mompelt: “Dat scheelt mij weer werk.”
En zo rijst bij mij de vraag: wanneer komt de eerste amateurclub met een derde shirt? Niet dat het nodig is, maar puur om bij de tijd te blijven. In het profvoetbal is het inmiddels een verdienmodel: elk jaar drie shirts, liefst in een kleur waar niemand ooit aan gedacht heeft. Het zou me niks verbazen als de eerste amateurclub binnenkort op de markt komt met een limited edition fluoresceren tenue met de sponsornaam van de lokale snackbar erop. Voor de jeugd, die al gewend is aan TikTokfilters en regenboogveters, zou het waarschijnlijk een hit zijn.
Stel je de taferelen eens voor: een team dat uit de kleedkamer komt in hun “derde shirt”, speciaal ontworpen voor wedstrijden op drassige velden. Of een jubileumshirt, alleen verkrijgbaar in de kantine bij aankoop van drie gehaktballen en een patat oorlog. Voor de clubs zou het ook mooi zijn: extra inkomsten en meteen weer stof tot discussie langs de lijn. Want geloof me, de Noord-Groninger velden zijn niet alleen een plek voor doelpunten, maar ook voor eindeloze meningen.
En juist dát maakt het zo bijzonder. Of je nu langs een veld rijdt, een foto ziet voorbijkomen , of even een wedstrijd meepikt: er gebeurt altijd wat. Het zijn geen droge cijfers en standen, maar verhalen die zich wekelijks afspelen op het gras, tussen hesjes, reserveshirts en parkeerchaos. Soms hilarisch, soms wat knullig, maar altijd met een charme waar zelfs de Eredivisie niet aan kan tippen. Dus mijn tip aan de lezers van Puurvoetbalonline: zet die statistieken even opzij en kijk eens een zaterdag rond op de Noord-Groninger velden. Je zult verbaasd zijn. En misschien, heel misschien, kom je dan ook met een grap en een grol thuis. Want zoals een toeschouwer mij laatst zei toen zijn kleinkind in een te groot hesje achter de bal aan holde: “Dit is pas Champions League, jongen. Alleen de scheids hoeft niet zoveel te rennen.” En daar had hij eigenlijk helemaal gelijk in.

Neem nou afgelopen zaterdag. Ik reed terug van een interview en kwam langs een sportcomplex waar het leek alsof er een muziekfestival gaande was. Parkeerplaatsen? Vol. Grasvelden? Vol. En zelfs de bermen rondom stonden vol met auto’s waarvan je je afvroeg of ze met een kraan waren neergezet. Het schijnt een wekelijks ritueel te zijn. Ouders langs de lijn staan, opa’s en oma’s die voor de derde keer uitleg krijgen van de kleinkinderen wat buitenspel is, en een kantine waar de frikandellen al vanaf 09:00 uur liggen te knisperen. Je kunt zeggen wat je wilt, maar de voetballerij in Noord-Groningen is springlevend.
Een paar kilometer verder zag ik jeugdteams spelen. En daar ging het mis ,althans voor iemand zoals ik die gevoel heeft voor sporttenues. Want wat doe je als beide teams dezelfde kleur shirts hebben? Juist, dan trek je hesjes aan. Maar eerlijk: hesjes over een wedstrijdshirt is zoiets als een regenjas aantrekken in de sauna. Het ziet er niet uit en voelt nog beroerder. Ik dacht: beste clubmensen, ga eens kijken bij KWD Sport in Doetinchem. Voor een paar tientjes meer laat je je jeugd in reserveshirts voetballen, en dan lopen ze tenminste niet voor gek. Nee, ik heb geen aandelen, al zou ik na zaterdag misschien aandelen moeten nemen.
’s Middags ging het vrolijk verder. Ik was in Kloosterburen bij de wedstrijd tegen KRC. Ook daar weer het shirtendebat. KRC had blijkbaar ook de reserveshirts in de kast laten hangen. Gelukkig floot arbiter Smit de wedstrijd alsof hij zelf ook wel begreep dat kleurenblindheid niet ineens besmettelijk was geworden. Maar stel je voor dat er een strenge scheids had gestaan, eentje die nog met een liniaal de sokhoogte controleert? Dan was de wedstrijd waarschijnlijk begonnen met het lenen van hesjes van het lokale volleybalteam. En geloof me: niemand wordt blij van voetbal in neonoranje.
Op een foto van een duel in Warffum zag ik wél reserveshirts. Ezinge speelde daar in rood tegen de gele brigade van Warffum. Op zich keurig geregeld, maar ook daar dacht ik: waarom niet gewoon in het eigen witte clubshirt? Het zou best passen in het tafereel van die middag: Warffum in geel, Ezinge in wit, en een scheidsrechter die tevreden mompelt: “Dat scheelt mij weer werk.”
En zo rijst bij mij de vraag: wanneer komt de eerste amateurclub met een derde shirt? Niet dat het nodig is, maar puur om bij de tijd te blijven. In het profvoetbal is het inmiddels een verdienmodel: elk jaar drie shirts, liefst in een kleur waar niemand ooit aan gedacht heeft. Het zou me niks verbazen als de eerste amateurclub binnenkort op de markt komt met een limited edition fluoresceren tenue met de sponsornaam van de lokale snackbar erop. Voor de jeugd, die al gewend is aan TikTokfilters en regenboogveters, zou het waarschijnlijk een hit zijn.
Stel je de taferelen eens voor: een team dat uit de kleedkamer komt in hun “derde shirt”, speciaal ontworpen voor wedstrijden op drassige velden. Of een jubileumshirt, alleen verkrijgbaar in de kantine bij aankoop van drie gehaktballen en een patat oorlog. Voor de clubs zou het ook mooi zijn: extra inkomsten en meteen weer stof tot discussie langs de lijn. Want geloof me, de Noord-Groninger velden zijn niet alleen een plek voor doelpunten, maar ook voor eindeloze meningen.
En juist dát maakt het zo bijzonder. Of je nu langs een veld rijdt, een foto ziet voorbijkomen , of even een wedstrijd meepikt: er gebeurt altijd wat. Het zijn geen droge cijfers en standen, maar verhalen die zich wekelijks afspelen op het gras, tussen hesjes, reserveshirts en parkeerchaos. Soms hilarisch, soms wat knullig, maar altijd met een charme waar zelfs de Eredivisie niet aan kan tippen. Dus mijn tip aan de lezers van Puurvoetbalonline: zet die statistieken even opzij en kijk eens een zaterdag rond op de Noord-Groninger velden. Je zult verbaasd zijn. En misschien, heel misschien, kom je dan ook met een grap en een grol thuis. Want zoals een toeschouwer mij laatst zei toen zijn kleinkind in een te groot hesje achter de bal aan holde: “Dit is pas Champions League, jongen. Alleen de scheids hoeft niet zoveel te rennen.” En daar had hij eigenlijk helemaal gelijk in.