0-21 de begeleiders moeten zich diep schamen
12-0, 18-1, 15-3, 21-0. Vier uitslagen. Vier keer een pak slaag. Vier keer een score die alles laat zien wat er misgaat in het jeugdvoetbal. En nee, ik heb het niet over de kinderen, die rennen, lachen, huilen en vaak niet eens doorhebben hoeveel er op het scorebord staat. Ik heb het over de begeleiders. Over trainers en ouders die vergeten dat hun eerste taak niet is om te winnen, want dat vind de KNVB bij de onderbouw niet belangrijk, maar om kinderen te leren wat sport eigenlijk betekent.

Want laten we eerlijk zijn: dit is geen voetbal meer. Dit is beschamend. Als je met achtjarigen speelt en de eindstand is 0-21, dan is er onderweg iets goed misgegaan. Er is geen overleg geweest om het een beetje leuk te houden, geen poging om in te grijpen toen duidelijk werd dat de tegenstander totaal geen kans had. Er was alleen maar de drang om nóg een doelpunt te maken. En de KNVB? Die blijft maar roepen dat het “allemaal om plezier” draait. Plezier? Waar dan? Voor wie?
Maar nee. In plaats daarvan vrolijk doorgaan. Alsof je in de Champions League-finale staat. Alsof een kind van acht echt iets leert van het maken van de vijftiende, zestiende of eenentwintigste goal tegen een ploeg die allang de moed heeft opgegeven.
Trainers in de jeugd hebben een opvoedende rol. Je leert kinderen niet alleen een bal aannemen of een schot plaatsen, je leert ze omgaan met winst én verlies. Je leert ze dat sportiviteit belangrijker is dan het resultaat. Maar wanneer je een tegenstander met 21-0 oprolt en je vindt dat normaal, dan heb je als begeleider gefaald. Dan toon je niet de minste empathie voor de kinderen aan de andere kant van het veld.
Kinderen die nu in de JO8 spelen, zijn de voetballers van de toekomst. Sommigen worden misschien goed, de meesten blijven amateurs. En dat is prima. Maar álle kinderen verdienen het om plezier te ervaren, om erbij te horen, om met een glimlach naar de training te gaan. Als we dat niet voor elkaar krijgen, dan verliezen we ze. En dan verliezen we uiteindelijk ook de sport zelf.

Want laten we eerlijk zijn: dit is geen voetbal meer. Dit is beschamend. Als je met achtjarigen speelt en de eindstand is 0-21, dan is er onderweg iets goed misgegaan. Er is geen overleg geweest om het een beetje leuk te houden, geen poging om in te grijpen toen duidelijk werd dat de tegenstander totaal geen kans had. Er was alleen maar de drang om nóg een doelpunt te maken. En de KNVB? Die blijft maar roepen dat het “allemaal om plezier” draait. Plezier? Waar dan? Voor wie?
Een voorbeeld dat pijn doet
Neem afgelopen zaterdag: De Heracliden JO8-1 tegen Velocitas JO8-1. Uitslag: 0-21. Nul-éénentwintig. Dat is geen uitschieter, dat is een afstraffing. En laten we er niet omheen draaien: na de rust, met een ruime voorsprong, hadden de trainers de wedstrijd kunnen temperen. Ze hadden afspraken kunnen maken: iedereen op zijn verkeerde been spelen, maximaal drie keer overspelen voordat je mag schieten, wisselen van posities zodat ook de keeper een keer in de spits mag. Er zijn genoeg manieren om een wedstrijd die al beslist is in ieder geval sportief en leerzaam te houden.Maar nee. In plaats daarvan vrolijk doorgaan. Alsof je in de Champions League-finale staat. Alsof een kind van acht echt iets leert van het maken van de vijftiende, zestiende of eenentwintigste goal tegen een ploeg die allang de moed heeft opgegeven.
Plezier volgens wie?
De KNVB blijft ondertussen praten over plezier. Campagnes, filmpjes, mooie slogans. Maar zolang dit soort uitslagen gewoon week in, week uit op de velden verschijnen, zijn die woorden niets meer dan loze kreten. Plezier voor wie? Voor de kinderen die huilend van het veld stappen na wéér een nederlaag van 20-0? Voor de ouders die langs de lijn machteloos staan te kijken hoe hun kind ontmoedigd raakt? Het plezier is scheefgegroeid. Plezier is blijkbaar alleen nog maar voor de winnaar. Voor het team dat scoort, dat juicht, dat achteraf stoer kan vertellen hoeveel doelpunten ze hebben gemaakt. Maar plezier hoort voor álle kinderen te gelden. Plezier hoort in het feit te zitten dat je mag spelen, dat je erbij hoort, dat je jezelf kunt ontwikkelen – ook als je toevallig in een minder sterk team terecht bent gekomen.De verantwoordelijkheid van de begeleiders
Daarom gaat mijn woede niet uit naar die kinderen van Velocitas. Zij deden gewoon wat hun werd opgedragen: scoren. Mijn woede richt zich op de volwassenen. De mensen die beter zouden moeten weten. De begeleiders die niet de verantwoordelijkheid namen om van deze wedstrijd iets leerzaams te maken in plaats van een vernedering.Trainers in de jeugd hebben een opvoedende rol. Je leert kinderen niet alleen een bal aannemen of een schot plaatsen, je leert ze omgaan met winst én verlies. Je leert ze dat sportiviteit belangrijker is dan het resultaat. Maar wanneer je een tegenstander met 21-0 oprolt en je vindt dat normaal, dan heb je als begeleider gefaald. Dan toon je niet de minste empathie voor de kinderen aan de andere kant van het veld.
De lange termijn
En denk eens na over de gevolgen. Hoeveel kinderen stoppen er jaarlijks met voetbal omdat ze “het niet leuk meer vinden”? Omdat ze keer op keer vernederd worden door zulke uitslagen? Omdat ze na elk weekend huilend thuiskomen? En wat blijft er dan over van die mooie woorden van de bond over “plezier en ontwikkeling”?Kinderen die nu in de JO8 spelen, zijn de voetballers van de toekomst. Sommigen worden misschien goed, de meesten blijven amateurs. En dat is prima. Maar álle kinderen verdienen het om plezier te ervaren, om erbij te horen, om met een glimlach naar de training te gaan. Als we dat niet voor elkaar krijgen, dan verliezen we ze. En dan verliezen we uiteindelijk ook de sport zelf.