Hoe jammer is het toch dat de KNVB zijn eigen bekertoernooi maar niet serieus wil nemen. Een toernooi dat ooit bol hoort te staan van verrassingen, lijkt tegenwoordig meer en meer een formaliteit te zijn. Voor de grote clubs vaak een verplicht nummertje, voor de kleine clubs een moeizame weg vol hindernissen, niet zozeer op sportief vlak, maar vooral door de manier waarop de bond met hen omgaat.
De beker zou het podium moeten zijn waarop Davids het tegen Goliaths mag opnemen. Waar amateurs kunnen dromen van een stunt tegen een profclub, of waar een vijfdeklasser zijn dorp op de kaart zet door een hoger spelende tegenstander in eigen huis te ontvangen. Het zijn juist die verhalen die de beker glans geven, de magie die men in Engeland de FA Cup spirit noemt. Maar in Nederland lijkt die magie steeds verder te verdwijnen, en daar draagt de KNVB zelf een flinke verantwoordelijkheid voor.
De schijn van een loting
Hoe jammer is het toch dat de loting steeds vaker voelt alsof het geen echte loting is. Steeds weer zie je patronen, toevalligheden die wel erg vaak terugkomen. Grotere clubs die elkaar zo lang mogelijk ontlopen, kleine clubs die na een hele poulefase hun prijs ontvangen in de vorm van een uitwedstrijd. Het geeft supporters, spelers en vrijwilligers het gevoel dat er ergens achter de schermen toch een bepaalde sturing plaatsvindt. En zelfs als dat niet zo is ,de schijn alleen al is dodelijk voor de geloofwaardigheid van de beker. Een loting moet spannend zijn. Het moet kriebels in de buik geven, zoals een kind bij het trekken van lootjes voor Sinterklaas. Maar de bekervoetballiefhebber voelt allang geen spanning meer. Eerder berusting: we weten toch al hoe dit gaat.
De dupe: de kleine clubs
Hoe jammer is het toch dat de kleinere clubs, die vaak met hart en ziel strijden in de poulefase, in de volgende ronde worden afgescheept met een uitduel. Clubs die voor hun inkomsten behoorlijk afhankelijk zijn van de thuiswedstrijden per seizoen, worden keer op keer teleurgesteld. Een thuisduel tegen een hoger spelende tegenstander is voor een kleine club goud waard. Het zorgt voor vaak volle kantines, extra inkomsten, maar vooral: een belevenis voor spelers en supporters. Maar nee, de KNVB lijkt dit belang niet te zien, of misschien niet te willen zien. Het resultaat is dat de kleintjes structureel tekortgedaan worden.
Het voorbeeld van Rood Zwart Baflo en Noordpool
Neem bijvoorbeeld de situatie van Rood Zwart Baflo en Noordpool. Beide ploegen kwamen knap door hun poules heen en mochten zich dus opmaken voor de volgende ronde. Hun beloning? Niet de thuiswedstrijd waar iedereen op hoopte, maar een uitduel. Rood Zwart Baflo mag als vijfdeklasser naar Muntendam (vierde klasse), terwijl Noordpool op bezoek moet bij Heiligerlee (derde klasse). Wie begrijpt dat nog? Waar is de logica, waar is de charme? Het zou zo mooi zijn geweest als Rood Zwart Baflo in Baflo zelf de strijd had mogen aangaan. Of als Noordpool de dorpsbewoners had mogen trakteren op een bekeravontuur in eigen huis. Het zou sportief gezien misschien niet eens veel hebben uitgemaakt, maar qua beleving des te meer. Dit zijn wedstrijden die het voetbal in kleine dorpen kleur geven.
De bond luistert niet
Hoe jammer is het toch dat de KNVB de kleinere clubs in deze niet serieus neemt. Het is een klacht die al jaren klinkt, maar die telkens weer van tafel wordt geveegd. Natuurlijk, de bond organiseert duizenden wedstrijden per seizoen en er zijn altijd belangenafwegingen. Maar het structureel negeren van de stem van kleine clubs maakt duidelijk waar de prioriteiten liggen: niet bij de basis, maar bij de top.
Berusting of verzet?
Hoe jammer is dit alles, waar velen iets van vinden, maar waar men zich tegelijkertijd bij neerlegt. Want, zo is de ervaring: de KNVB doet toch wat het wil. De bond dicteert, de clubs volgen. En zo gaat de beker langzaam maar zeker verder achteruit in beleving en betekenis. Maar laten we eerlijk zijn: dat zou niet zo hoeven zijn. Met een beetje meer lef, een beetje meer oog voor de kleintjes en een beetje meer liefde voor de charme van de beker, zou het toernooi weer kunnen uitgroeien tot iets moois. Stel je eens voor dat lotingen écht transparant en eerlijk zouden zijn. Dat kleine clubs automatisch een thuisduel krijgen als beloning voor hun inzet. Dat zou niet alleen rechtvaardig zijn, maar ook bijdragen aan de aantrekkelijkheid van het bekervoetbal in zijn geheel.