De heksenjacht op Wouter Goes,
Het was na afloop van AZ – Feyenoord niet de uitslag, niet het spelbeeld en zelfs niet de strijd op het middenveld die de voorpagina’s en praatprogramma’s haalde. Nee, het ging over Wouter Goes. De jonge verdediger die met zijn handen iets te veel de weg van zijn tegenstander vond. Knijpen, duwen, trekken, dingen die niet thuishoren op een voetbalveld, zo werd het alom betoogd. En eerlijk is eerlijk: daar zit een kern van waarheid in. Maar de manier waarop er vervolgens een publieke heksenjacht ontstond, met als treurig dieptepunt het etiket “randdebiel” dat Pierre van Hooijdonk meende te moeten plakken, zegt minstens zoveel over de tijd waarin we leven als over de daden van Goes.

Want laten we wel wezen: Wouter Goes is geen uitzondering, hij is een exponent van een eeuwenoude voetbaltraditie. De traditie van de kleine overtreding, de geniepige duw, het knijpje in de zij of de elleboog nét onder de ellebooghoogte. Het spel binnen het spel, zo je wilt. Het is nooit fraai geweest, het is ook nooit echt wenselijk geweest, maar het hoort al sinds mensenheugenis bij voetbal. En laten we niet doen alsof er vroeger een paradijselijk soort fair play bestond waarin iedereen alleen op de bal speelde.
Het gemak waarmee tegenwoordig een jonge speler als Goes publiekelijk aan de schandpaal wordt genageld, is huichelachtig. Alsof we met z’n allen zijn vergeten dat voetbal altijd meer is geweest dan alleen een bal rondspelen.
Dat is natuurlijk onzin. Het enige wat hij is, is een 20-jarige voetballer die nog moet leren waar de grens ligt. Een speler die zijn fysieke spel moet polijsten, zijn slimme duels moet onderscheiden van de overduidelijke overtredingen. Precies zoals generaties voor hem dat hebben moeten doen.
En laat ik eerlijk zijn: sommige van die spelers zijn er helaas niet meer. Te jong overleden. Maar ik herinner me ze als strijders, als kerels die niet terugdeinsden voor de duistere kanten van het spel. Waren zij dan ook randdebielen? Of waren ze gewoon kinderen van hun tijd, net als Wouter Goes dat nu is?
Goes verdient correctie, geen karaktermoord. Een stevige interne evaluatie bij AZ, een gesprek met zijn trainer, misschien een korte schorsing als de KNVB dat nodig vindt. Maar hem publiekelijk wegzetten als een halve crimineel,dat gaat vele malen verder dan wat er op het veld gebeurde.

Want laten we wel wezen: Wouter Goes is geen uitzondering, hij is een exponent van een eeuwenoude voetbaltraditie. De traditie van de kleine overtreding, de geniepige duw, het knijpje in de zij of de elleboog nét onder de ellebooghoogte. Het spel binnen het spel, zo je wilt. Het is nooit fraai geweest, het is ook nooit echt wenselijk geweest, maar het hoort al sinds mensenheugenis bij voetbal. En laten we niet doen alsof er vroeger een paradijselijk soort fair play bestond waarin iedereen alleen op de bal speelde.
Hypocrisie in de studio
De ironie van dit soort discussies is dat juist de oud-profs die nu met vermanend vingertje klaarstaan, zelf ooit meesters waren in dezelfde streken. Willem van Hanegem, om maar een grootheid te noemen, was in zijn actieve jaren niet vies van een overtreding die het etiket “slim” kreeg zolang hij er zelf mee wegkwam. John de Wolf, de cultheld van Feyenoord, ging er soms in alsof hij het gras wilde omploegen. En Jan Wouters tja, wie herinnert zich zijn beruchte elleboog niet? Waren dat dan allemaal randdebielen? Of waren het juist spelers die het spel lazen, die voelden dat je met intimidatie, met fysieke scherpte, net dat extra voordeel kon afdwingen?Het gemak waarmee tegenwoordig een jonge speler als Goes publiekelijk aan de schandpaal wordt genageld, is huichelachtig. Alsof we met z’n allen zijn vergeten dat voetbal altijd meer is geweest dan alleen een bal rondspelen.
De kracht van het vergrootglas
Wat wel nieuw is, is de allesverzengende aandacht. Vroeger stonden er twee camera’s langs de lijn, tegenwoordig wordt iedere schouderduw vastgelegd in HD en eindeloos herhaald op sociale media. Alsof het om een misdaad gaat. En omdat er elke dag uren aan praatprogramma’s gevuld moeten worden, wordt zo’n moment uitvergroot tot een nationaal probleem. Ineens is Wouter Goes geen jonge verdediger die domme dingen deed, maar een “symbool” van alles wat mis is met het hedendaagse voetbal.Dat is natuurlijk onzin. Het enige wat hij is, is een 20-jarige voetballer die nog moet leren waar de grens ligt. Een speler die zijn fysieke spel moet polijsten, zijn slimme duels moet onderscheiden van de overduidelijke overtredingen. Precies zoals generaties voor hem dat hebben moeten doen.
Van kleedkamerwijsheden tot veldslagen
Ik herinner me nog uit mijn eigen voetbalomgeving jongens die exact hetzelfde deden, soms subtiel, soms een tikkeltje over de schreef. Spelers die een tegenstander lam konden leggen zonder dat de scheidsrechter er ook maar iets van merkte. Soms dacht je als medespeler wel eens: moet dat nou zo? Maar tegelijk wist je dat het bijdroeg aan het winnen van wedstrijden. Het werd getolereerd, soms zelfs bewonderd, en zeker niet breed uitgemeten in een talkshow waar mensen zonder enige rem hun oordeel gaven.En laat ik eerlijk zijn: sommige van die spelers zijn er helaas niet meer. Te jong overleden. Maar ik herinner me ze als strijders, als kerels die niet terugdeinsden voor de duistere kanten van het spel. Waren zij dan ook randdebielen? Of waren ze gewoon kinderen van hun tijd, net als Wouter Goes dat nu is?
De nuance die ontbreekt
Natuurlijk, laten we duidelijk zijn: knijp- en duwwerk hoort niet op een voetbalveld. Het is onsportief en het kan gevaarlijk zijn. Maar laten we ook de nuance niet vergeten. Dit is niet begonnen bij Wouter Goes, en het zal ook niet eindigen met Wouter Goes. Het is een patroon dat zo oud is als het voetbal zelf. Wat we nu vooral zien, is hoe hard de publieke opinie kan uithalen wanneer er een zondebok nodig is.Goes verdient correctie, geen karaktermoord. Een stevige interne evaluatie bij AZ, een gesprek met zijn trainer, misschien een korte schorsing als de KNVB dat nodig vindt. Maar hem publiekelijk wegzetten als een halve crimineel,dat gaat vele malen verder dan wat er op het veld gebeurde.