De Ijdelheid van de Fluit: als de arbiter zichzelf de hoofdrol gunt
Er zijn in het voetbal een paar zekerheden. De bal is rond, de wedstrijd duurt negentig minuten, en er zijn altijd wel scheidsrechters die denken dat de mensen voor hén naar het sportpark komen. Ze lopen er trots bij, borst vooruit, fluitje om de nek alsof het een olympische medaille is, en een blik alsof ze zojuist de Champions League-finale hebben geleid ,terwijl ze in werkelijkheid op een drassig veld staan waar de cornervlaggen scheef in de grond zijn gestoken en de rechte lijnen ontbreken.
.
Dat er voldoende scheidsrechters zijn die héél erg in zichzelf geloven, hoeft geen betoog. Je herkent ze al bij de parkeerplaats: zonnebril op, soms strak in het pak met een rolkoffer als extra bagage en een zelfverzekerde tred die meer past bij een bondscoach dan bij iemand die straks een duel in de vierde klasse gaat leiden.
Laat ik eerlijk zijn: ik heb helemaal niets met dat soort websites of accounts. Natuurlijk mag je trots zijn op je hobby of je prestaties, maar een scheidsrechter die zijn eigen wedstrijd promoot alsof het een albumrelease betreft, is de grens van gezonde trots allang voorbij.
.
D
.

Dat er voldoende scheidsrechters zijn die héél erg in zichzelf geloven, hoeft geen betoog. Je herkent ze al bij de parkeerplaats: zonnebril op, soms strak in het pak met een rolkoffer als extra bagage en een zelfverzekerde tred die meer past bij een bondscoach dan bij iemand die straks een duel in de vierde klasse gaat leiden.
De bestuurskamer als podium
De ijdeltuiten zijn ook vaak de eersten die zich breed maken in de bestuurskamer. Terwijl de koffie nog wordt ingeschonken, schuiven ze al aan bij de voorzitter en steken van wal over hoe zwaar hun aanstellingen zijn, hoeveel wedstrijden ze al op hoog niveau hebben gefloten, en dat ze ‘er eigenlijk niet meer voor deze klasse zijn’. Als je niet beter weet, zou je denken dat de KNVB hen slechts heeft uitgeleend aan de lagere regionen om de plaatselijke clubs te inspireren.Maar zelden komt er iets concreets uit hun woordenstroom. Vaak blijft het bij mooie praatjes, geen daden maar woorden. Zodra de wedstrijd begint, blijken ze namelijk ook gewoon mensen van vlees en bloed. Een handsbal die over het hoofd wordt gezien, een buitenspelsituatie die verkeerd wordt ingeschat…Het overkomt hen net zo goed als de bescheiden fluitist die stilletjes zijn werk doet. Alleen hoor je dán ineens geen grote verhalen meer, hooguit een zucht en een blik alsof de grensrechter het allemaal heeft verpest.De drang naar aandacht
En dan is er nog het fenomeen sociale media. Sommige scheidsrechters lijken hun fluit te hanteren met één hand en hun telefoon met de andere. Voor en na de wedstrijd verschijnt er een stroom aan posts: selfies in het scheidsrechterstenue, updates over de ‘volgende mooie aanstelling’, en af en toe zelfs een heuse aankondiging waar ze het komende weekend zullen optreden, pardon, fluiten. Alsof de scheidsrechter de hoofdact is en de spelers slechts figuranten.Laat ik eerlijk zijn: ik heb helemaal niets met dat soort websites of accounts. Natuurlijk mag je trots zijn op je hobby of je prestaties, maar een scheidsrechter die zijn eigen wedstrijd promoot alsof het een albumrelease betreft, is de grens van gezonde trots allang voorbij.
De rentree van de club – en de scheids die het belangrijker vindt
Het wordt helemaal potsierlijk wanneer zo’n ijdele arbiter wordt aangesteld bij een speciale gelegenheid. De rentree van een club in het standaardvoetbal, bijvoorbeeld. Een prachtig moment voor de vereniging, de supporters, de spelers die zich hebben teruggevochten, maar ook een uitgelezen kans voor de ijdeltuit om zichzelf in de schijnwerpers te zetten.Een nette arbiter weet: dit is hún dag. Hij fluit zijn wedstrijd, blijft onopvallend, en laat de aandacht daar waar die hoort. De ijdele variant daarentegen ziet het als zijn moment om geschiedenis te schrijven, liefst met een wijd gebaar bij de aftrap en een fluittoon die tot in het volgende dorp te horen is.De rol die niet de jouwe is
Wat veel van deze mannen (en vrouwen) vergeten, is dat een scheidsrechter nooit de ster van de show hoort te zijn. De beste wedstrijden zijn die waarin niemand zich na afloop nog herinnert wie de leidsman was. Dan is de wedstrijd eerlijk verlopen, zijn de regels gehandhaafd en heeft iedereen zich kunnen uitleven op het veld, zonder dat iemand het gevoel had dat er een man met een fluit stond die vooral zichzelf belangrijk vond.Een scheidsrechter die na afloop de bestuurskamer binnenloopt en daar met veel misbaar zijn beslissingen gaat verdedigen, heeft het doel van zijn rol gemist. Bescheidenheid is geen zwakte, het is een vereiste. Fluit je potje, kleed je om, drink rustig je colaatje, en ga naar huis. Geniet daar van je prestatie, of denk in stilte na over wat je beter had kunnen doen. Meer is er niet nodig.IJdelheid is vergankelijk
De scheidsrechter die zichzelf op een voetstuk plaatst, komt er uiteindelijk achter dat dat voetstuk wankel is. Vandaag misschien applaus op sociale media, morgen hoon omdat je een cruciale penalty over het hoofd hebt gezien. IJdelheid is vergankelijk; respect verdien je door rust, betrouwbaarheid en bescheidenheid Daarom is mijn oproep aan de ijdeltuiten onder de scheidsrechters simpel: laat de aandacht voor de spelers zijn, voor de trainers, voor de vrijwilligers die de lijnen kalken en de netten ophangen. Niet voor jezelf. Jij bent er om de wedstrijd mogelijk te maken, niet om hem te claimen. Dus: fluit je potje en ga lekker naar huis. Het mooiste compliment dat je kunt krijgen, is dat niemand over je praat,.. omdat je gewoon goed was..
D