"Het grote misverstand dat Walking Football heet"
Sinds de zomer van 2017, ik was in januari van dat jaar zestig geworden ,maak ik deel uit van het wereldje dat zichzelf graag presenteert als het Walking Football waar sportief en sociaal de kernwoorden zijn

Walking Football. Een concept dat in theorie prachtig klinkt. Bewegen op latere leeftijd, sociaal contact, een balletje trappen zonder lichamelijke overbelasting. Een soort voetbalvariant voor de ‘oude knarren’, maar dan met respect, plezier en zonder rennen. Zonder rennen, ja. Want dát is de regel die ik al acht jaar steeds weer terug hoor keren. Alleen… er klopt helemaal niets van.
Want wie de filmpjes op sociale media bekijkt, ziet het meteen: daar wordt door de Walking Footballers altijd ‘gerend’. Misschien niet als Kylian Mbappé, maar wel degelijk met een versnelling die je niet meer kunt uitleggen als "wandelen". En dat is niet één keer, niet twee keer. Nee, het is structureel. Wat nog schrijnender is: het lijkt wel alsof niemand dat echt erg vindt. Behalve als het hen uitkomt. Want, laten we eerlijk zijn, het verbod op rennen komt vaak niet van de mensen op het veld, maar vanachter de bureaus. Bepaald door beleidsmakers wat mensen zijn die Walking Football vooral begrijpen als een sociaal project, niet als een sport. Mensen die worden aangestuurd door walking footballers die zélf nauwelijks nog zonder rollator vooruit komen maar wel met ijzeren vuist vasthouden aan de regels.
Bij SV Bedum OldStars, de voetbalclub waar ik sinds 2017 lid ben, wordt het ‘rennen zonder bal’ gedoogd. Niet officieel toegestaan, maar met een gezonde dosis boerenverstand: als iemand wat sneller beweegt om een positie te bereiken, is dat geen doodzonde. We zijn tenslotte allemaal de zestig al gepasseerd, en niemand op dat veld haalt nog Usain Bolt-snelheden. Maar helaas, ook daar zijn de regels aangescherpt. Rennen, versnellen, sprinten, alles wordt nu iets meer met argusogen bekeken. Twee trainingen heb ik inmiddels meegemaakt met de nieuwe aanpak, en ik zeg het eerlijk: ik word er niet blij van.

Walking Football. Een concept dat in theorie prachtig klinkt. Bewegen op latere leeftijd, sociaal contact, een balletje trappen zonder lichamelijke overbelasting. Een soort voetbalvariant voor de ‘oude knarren’, maar dan met respect, plezier en zonder rennen. Zonder rennen, ja. Want dát is de regel die ik al acht jaar steeds weer terug hoor keren. Alleen… er klopt helemaal niets van.
Want wie de filmpjes op sociale media bekijkt, ziet het meteen: daar wordt door de Walking Footballers altijd ‘gerend’. Misschien niet als Kylian Mbappé, maar wel degelijk met een versnelling die je niet meer kunt uitleggen als "wandelen". En dat is niet één keer, niet twee keer. Nee, het is structureel. Wat nog schrijnender is: het lijkt wel alsof niemand dat echt erg vindt. Behalve als het hen uitkomt. Want, laten we eerlijk zijn, het verbod op rennen komt vaak niet van de mensen op het veld, maar vanachter de bureaus. Bepaald door beleidsmakers wat mensen zijn die Walking Football vooral begrijpen als een sociaal project, niet als een sport. Mensen die worden aangestuurd door walking footballers die zélf nauwelijks nog zonder rollator vooruit komen maar wel met ijzeren vuist vasthouden aan de regels.
"Het mag niet, maar het gebeurt wel"
Het Walking Football is ibij veel verenigingen en op toernooien nmiddels een soort hypocriete toneelvoorstelling geworden. We zeggen dat we niet rennen, maar we doen het wel. We roepen dat het om plezier draait, maar maken er een bijna politieke kwestie van. Want zodra iemand lijkt te versnellen, staan de ‘scheidsrechters’, al klaar om met het vingertje te wijzen. Niet omdat het spel er slechter van wordt, maar omdat het toevallig een regel is waar men zich aan moet houden. En o wee als je daar kritiek op durft te hebben.Bij SV Bedum OldStars, de voetbalclub waar ik sinds 2017 lid ben, wordt het ‘rennen zonder bal’ gedoogd. Niet officieel toegestaan, maar met een gezonde dosis boerenverstand: als iemand wat sneller beweegt om een positie te bereiken, is dat geen doodzonde. We zijn tenslotte allemaal de zestig al gepasseerd, en niemand op dat veld haalt nog Usain Bolt-snelheden. Maar helaas, ook daar zijn de regels aangescherpt. Rennen, versnellen, sprinten, alles wordt nu iets meer met argusogen bekeken. Twee trainingen heb ik inmiddels meegemaakt met de nieuwe aanpak, en ik zeg het eerlijk: ik word er niet blij van.