Laat die bal nou eerst een vriend worden
Toen ik enkele weken geleden besloot om mijn website Puurvoetbalonline weer nieuw leven in te blazen, was één van mijn belangrijkste voornemens: geen meeloperij. Geen standaardverhalen, geen obligate verenigingspraatjes, maar juist ook ruimte geven aan andere geluiden. Geluiden die vaak worden weggewuifd als ‘ouderwets’, ‘negatief’ of ‘tegen de stroom in’, maar die misschien juist wel de moeite waard zijn om eens écht goed naar te luisteren.

Zo schreef ik onlangs een artikel over wat er in mijn ogen allemaal misgaat in het jeugdvoetbal. En dat artikel deed wat: reacties volgden, telefoontjes kwamen binnen en zelfs gisteravond, maandag 8 september, leidde het tot een bijzonder gesprek. Aan de lijn: een man met ruim veertig jaar ervaring als jeugdtrainer én docent. Een gesprek vol scherpe observaties, eerlijke frustraties, en, zo bleek,ook een verrassende conclusie die menig vereniging aan het denken zou moeten zetten.
Zijn eerste punt was er meteen één waar ik mijn aandacht bij moest houden: volgens hem is het veel te vroeg om kinderen van vijf jaar al in competitieverband te laten voetballen. ,,Die moeten gewoon lekker rennen, lachen, vallen, opstaan en tegen een bal aan trappen. Ongestoord schieten op een doel waar het net in hangt, dát is hun beleving.” Wedstrijdjes? Ranglijstjes? Tactiek? Die zijn in zijn ogen op die leeftijd volkomen overbodig en kunnen zelfs averechts werken. Hij zei het simpel maar raak: “Zo jaag je ze er op jonge leeftijd alweer uit.”
Het volgende punt volgde logisch: tot een jaar of acht zou je kinderen alleen moeten laten trainen. En dan niet drie keer per week, maar gewoon een keer of twee lekker met de bal bezig zijn. Op een speelse manier. Zijn voorstel: vanaf zes jaar kun je ze bij een club laten trainen, maar géén wedstrijden tot hun achtste. ,,Dat zeg ik al jaren, maar ja... ik heb maar veertig jaar ervaring, dus wat weet ik ervan,” zei hij cynisch. En eerlijk is eerlijk: ik moest er even om lachen, maar hij had natuurlijk een punt.
Want als je dan hoort dat er in januari toernooitjes worden georganiseerd voor teams onder de 7 jaar, op halfbevroren veldjes, dan snap je echt niet waar het mis is gegaan. ,,Kijk,” zei hij, ,,de KNVB zou dat gewoon moeten verbieden. Niet stimuleren, niet gedogen, maar verbieden. Laat die kinderen lekker hun gang gaan met een bal. De bal is al moeilijk genoeg voor ze. Dat is hun eerste weerstand. Laat ze daar eerst maar eens vriendjes mee worden.”
En dat is misschien wel de kern van het verhaal. We zijn zó bezig met vroeg selecteren, met prestaties, met ‘talentjes’, dat we vergeten dat voetbal voor jonge kinderen iets puur leuks moet zijn. Iets ongedwongens. Iets waar ze naar uitkijken omdat ze lekker kunnen bewegen, plezier kunnen maken en hun eerste stapjes zetten in wat misschien wel hun favoriete sport wordt. Maar nee, wat doen we? We stoppen ze in shirts die te groot zijn, zetten ze op een veld dat te koud is, en verwachten gedrag alsof ze al bij de O19 spelen. En dan nog verbaasd zijn als de helft op z’n tiende al is afgehaakt.
Mijn gesprekspartner had ook geen hoge pet op van de begeleiding bij veel van die ‘kabouterteams’. ,,Er lopen daar mensen rond die niet weten of er lucht of zand in een bal zit. Maar goed, ze willen helpen, dus dat is mooi. Alleen... moet je daar je basis mee leggen?” Een eerlijke vraag. Want als juist in die eerste jaren de liefde voor het spel wordt gevormd, waarom zetten we daar dan niet onze beste mensen op?
En die zogeheten ‘talentjes’ dan? Ja, daar hadden we het ook over. ,,Die wachten maar even,” zei hij resoluut. ,,Als ze écht talent hebben, dan komt dat heus wel boven drijven. Je hoeft niet op je zesde al in een apart team te zitten om op je achttiende prof te worden.” En ook daar valt wat voor te zeggen. Want voor elk kind dat het ‘haalt’, zijn er tientallen, misschien wel honderden, die te vroeg zijn opgebrand. Letterlijk en figuurlijk.
Wat me na dat gesprek het meest is bijgebleven, is niet de kritiek op de KNVB of de clubs. Het was die simpele oproep: “Laat ze spelen.” Geen overvolle schema’s, geen prestatiedruk, geen selectiedwang. Gewoon: laat ze spelen. Laat ze vriend worden met de bal. Laat ze vallen, opstaan, lachen, huilen, scoren, missen, en het vooral naar hun zin hebben.
Kijk, ik ben geen voetbalprofessor. Maar als ik kijk naar mijn eigen kleinzoons en hoor wat er om me heen wordt verteld, dan herken ik steeds vaker dat het allemaal veel te serieus wordt gemaakt. En vaak door mensen die het zelf vooral erg serieus nemen. Dat mag, maar dan wel met het kind voorop. Want laten we niet vergeten: jeugdvoetbal is van de jeugd. Niet van ouders die scouten voor Ajax of van trainers die denken dat ze al op de bank bij Feyenoord zitten.
Dus ja, dit geluid is misschien niet wat iedereen wil horen. En dat hoeft ook niet. Maar op Puurvoetbalonline is wél ruimte voor dit soort verhalen. Voor eerlijke meningen, scherpe observaties en gesprekken die je aan het denken zetten. Want als we willen dat onze kinderen plezier hebben in het spelletje, dan moeten we misschien eerst zorgen dat we het zelf weer gaan begrijpen.
Puurvoetbal is geen product. Puurvoetbal is beleving. En die begint met een bal, een glimlach en ruimte om te spelen.

Zo schreef ik onlangs een artikel over wat er in mijn ogen allemaal misgaat in het jeugdvoetbal. En dat artikel deed wat: reacties volgden, telefoontjes kwamen binnen en zelfs gisteravond, maandag 8 september, leidde het tot een bijzonder gesprek. Aan de lijn: een man met ruim veertig jaar ervaring als jeugdtrainer én docent. Een gesprek vol scherpe observaties, eerlijke frustraties, en, zo bleek,ook een verrassende conclusie die menig vereniging aan het denken zou moeten zetten.
Zijn eerste punt was er meteen één waar ik mijn aandacht bij moest houden: volgens hem is het veel te vroeg om kinderen van vijf jaar al in competitieverband te laten voetballen. ,,Die moeten gewoon lekker rennen, lachen, vallen, opstaan en tegen een bal aan trappen. Ongestoord schieten op een doel waar het net in hangt, dát is hun beleving.” Wedstrijdjes? Ranglijstjes? Tactiek? Die zijn in zijn ogen op die leeftijd volkomen overbodig en kunnen zelfs averechts werken. Hij zei het simpel maar raak: “Zo jaag je ze er op jonge leeftijd alweer uit.”
Het volgende punt volgde logisch: tot een jaar of acht zou je kinderen alleen moeten laten trainen. En dan niet drie keer per week, maar gewoon een keer of twee lekker met de bal bezig zijn. Op een speelse manier. Zijn voorstel: vanaf zes jaar kun je ze bij een club laten trainen, maar géén wedstrijden tot hun achtste. ,,Dat zeg ik al jaren, maar ja... ik heb maar veertig jaar ervaring, dus wat weet ik ervan,” zei hij cynisch. En eerlijk is eerlijk: ik moest er even om lachen, maar hij had natuurlijk een punt.
Want als je dan hoort dat er in januari toernooitjes worden georganiseerd voor teams onder de 7 jaar, op halfbevroren veldjes, dan snap je echt niet waar het mis is gegaan. ,,Kijk,” zei hij, ,,de KNVB zou dat gewoon moeten verbieden. Niet stimuleren, niet gedogen, maar verbieden. Laat die kinderen lekker hun gang gaan met een bal. De bal is al moeilijk genoeg voor ze. Dat is hun eerste weerstand. Laat ze daar eerst maar eens vriendjes mee worden.”
En dat is misschien wel de kern van het verhaal. We zijn zó bezig met vroeg selecteren, met prestaties, met ‘talentjes’, dat we vergeten dat voetbal voor jonge kinderen iets puur leuks moet zijn. Iets ongedwongens. Iets waar ze naar uitkijken omdat ze lekker kunnen bewegen, plezier kunnen maken en hun eerste stapjes zetten in wat misschien wel hun favoriete sport wordt. Maar nee, wat doen we? We stoppen ze in shirts die te groot zijn, zetten ze op een veld dat te koud is, en verwachten gedrag alsof ze al bij de O19 spelen. En dan nog verbaasd zijn als de helft op z’n tiende al is afgehaakt.
Mijn gesprekspartner had ook geen hoge pet op van de begeleiding bij veel van die ‘kabouterteams’. ,,Er lopen daar mensen rond die niet weten of er lucht of zand in een bal zit. Maar goed, ze willen helpen, dus dat is mooi. Alleen... moet je daar je basis mee leggen?” Een eerlijke vraag. Want als juist in die eerste jaren de liefde voor het spel wordt gevormd, waarom zetten we daar dan niet onze beste mensen op?
En die zogeheten ‘talentjes’ dan? Ja, daar hadden we het ook over. ,,Die wachten maar even,” zei hij resoluut. ,,Als ze écht talent hebben, dan komt dat heus wel boven drijven. Je hoeft niet op je zesde al in een apart team te zitten om op je achttiende prof te worden.” En ook daar valt wat voor te zeggen. Want voor elk kind dat het ‘haalt’, zijn er tientallen, misschien wel honderden, die te vroeg zijn opgebrand. Letterlijk en figuurlijk.
Wat me na dat gesprek het meest is bijgebleven, is niet de kritiek op de KNVB of de clubs. Het was die simpele oproep: “Laat ze spelen.” Geen overvolle schema’s, geen prestatiedruk, geen selectiedwang. Gewoon: laat ze spelen. Laat ze vriend worden met de bal. Laat ze vallen, opstaan, lachen, huilen, scoren, missen, en het vooral naar hun zin hebben.
Kijk, ik ben geen voetbalprofessor. Maar als ik kijk naar mijn eigen kleinzoons en hoor wat er om me heen wordt verteld, dan herken ik steeds vaker dat het allemaal veel te serieus wordt gemaakt. En vaak door mensen die het zelf vooral erg serieus nemen. Dat mag, maar dan wel met het kind voorop. Want laten we niet vergeten: jeugdvoetbal is van de jeugd. Niet van ouders die scouten voor Ajax of van trainers die denken dat ze al op de bank bij Feyenoord zitten.
Dus ja, dit geluid is misschien niet wat iedereen wil horen. En dat hoeft ook niet. Maar op Puurvoetbalonline is wél ruimte voor dit soort verhalen. Voor eerlijke meningen, scherpe observaties en gesprekken die je aan het denken zetten. Want als we willen dat onze kinderen plezier hebben in het spelletje, dan moeten we misschien eerst zorgen dat we het zelf weer gaan begrijpen.
Puurvoetbal is geen product. Puurvoetbal is beleving. En die begint met een bal, een glimlach en ruimte om te spelen.