Einde van een mooie periode waardoor voetbalbijlages altijd moeten blijven
De afgelopen weken stonden voor mij, zoals ieder jaar rond deze tijd, in het teken van gesprekken. Geen oppervlakkige praatjes of standaard antwoorden, maar échte gesprekken. Met trainers uit alle delen van de provincies Groningen en Drenthe. Gesprekken die begonnen bij het voetbal, maar soms ook verder gingen dan dat.

Ruim dertig bijdragen zijn er uiteindelijk gekomen, verdeeld over vier voetbalbijlages. Het lijkt op het eerste gezicht misschien "gewoon werk" – stukjes schrijven, informatie verwerken, trainers bellen. Maar dat is het voor mij allerminst. Deze periode is voor mij altijd een soort mini-zomer in het najaar. Een tijd waarin ik de kans krijg om achter de schermen te kijken bij de mensen die het amateurvoetbal draaiende houden.
En dan bedoel ik niet alleen de selecties, de uitslagen of de nieuwe aanwinsten, maar de mensen. De trainers. De mannen die, naast hun werk en gezin, iedere week weer op het veld staan. Die zich druk maken om tactiek, groepsdynamiek, opkomst, blessures, randzaken en alles wat er nog meer bij komt kijken.
Wat me ieder jaar opnieuw opvalt, is de openheid. Natuurlijk, het ene gesprek gaat wat dieper dan het andere. Maar in vrijwel ieder interview voel ik de passie. De liefde voor het spelletje. De betrokkenheid bij de spelers. De eerlijke zelfreflectie. En soms zelfs een vorm van kwetsbaarheid.
Ja, er wordt gepraat over verwachtingen. Over waar een ploeg zou moeten eindigen, wat realistisch is en wat de hoop is. En over doelstellingen. Soms voorzichtig uitgesproken, "we willen een stabiele middenmoter worden", en soms met bravoure, "wij gaan gewoon voor promotie."
Maar het allermooiste vind ik als iemand durft te zeggen: "We hebben een doel. En dat doel is haalbaar, als we als groep ervoor willen gaan." Die zin zegt zóveel over hoe iemand in zijn vak staat. Niet overmoedig, niet naïef. Gewoon realistisch, met de blik vooruit.
Natuurlijk zijn er altijd mensen die lacherig doen over voetbalbijlages. "Ach, al die interviews met trainers die allemaal hetzelfde zeggen." Ik snap die kritiek niet, en eerlijk gezegd wil ik het ook niet snappen. Want als je tussen de regels door leest ,of beter gezegd: écht leest , dan zie je dat er in die verhalen veel meer zit dan alleen een analyse van de selectie.
Dan lees je over een trainer die z’n jeugdspeler ziet doorbreken en daar zichtbaar trots op is. Over iemand die in zijn vierde seizoen bij dezelfde club nog steeds plezier haalt uit de dinsdagavondtraining. Over een nieuwe oefenmeester die probeert zijn ideeën over te brengen aan een groep die hem nog niet kent.
Het zijn geen wereldsterren. Geen toptrainers met miljoenencontracten. Het zijn liefhebbers. Mensen die het amateurvoetbal mooier maken door hun aanwezigheid. En dat mag, wat mij betreft, altijd een podium krijgen.
Ik ben dan ook dankbaar dat ik mee mag werken om ze dat podium te bieden. En dat zoveel trainers bereid waren hun verhaal te delen. Geen eenheidsworst, geen ingestudeerde antwoorden. Maar authentieke gesprekken met mensen die houden van wat ze doen. Die op hun vrije zaterdagen niet op de bank ploffen, maar langs de lijn staan. Die geen vrije tijd hebben, maar wél de tijd nemen.
Deze reeks gesprekken leert me elk jaar opnieuw iets over het amateurvoetbal. Over de staat van verenigingen, over het niveau in de regio, over de uitdagingen van nu. Maar ook over motivatie, ambitie en plezier.
Want ja, er zijn problemen. Clubs hebben moeite om vrijwilligers te vinden. Spelers haken af. Velden zijn soms erbarmelijk. Maar tegelijkertijd is er ook zoveel energie. Zoveel drive. Zoveel goede mensen die het verschil maken.
Het is misschien een cliché, maar het klopt gewoon: zonder deze mensen géén amateurvoetbal.
En zo komt er voor mij weer een einde aan een mooie periode. Een maand waarin de gesprekken met trainers een vast ritme gaven aan mijn dagen. Een maand waarin ik merkte hoe waardevol het is om echt even stil te staan bij wat mensen beweegt.
Soms duurde een telefoongesprek een kwartiertje, soms langer Maar altijd bleef ik achter met het gevoel dat ik iets meer wist dan daarvoor. Niet alleen over het elftal, maar over de mens achter de trainer.
Aan alle trainers die hebben meegewerkt, stuk voor stuk op een plezierige, open manier , zeg ik dan ook: dankjewel. Dank voor het vertrouwen, voor het meedenken, voor het delen.
De bal gaat straks weer rollen. De eerste competitiewedstrijden komen eraan. En ik wens jullie allemaal toe dat jullie seizoen niet alleen succesvol is in punten, maar vooral in plezier. Want dát is uiteindelijk waar het om draait.
En voor wie het nog niet begrepen had: ik blijf groot voorstander van voetbalbijlages. Want zolang we de verhalen blijven vertellen, blijft het amateurvoetbal leven.

Ruim dertig bijdragen zijn er uiteindelijk gekomen, verdeeld over vier voetbalbijlages. Het lijkt op het eerste gezicht misschien "gewoon werk" – stukjes schrijven, informatie verwerken, trainers bellen. Maar dat is het voor mij allerminst. Deze periode is voor mij altijd een soort mini-zomer in het najaar. Een tijd waarin ik de kans krijg om achter de schermen te kijken bij de mensen die het amateurvoetbal draaiende houden.
En dan bedoel ik niet alleen de selecties, de uitslagen of de nieuwe aanwinsten, maar de mensen. De trainers. De mannen die, naast hun werk en gezin, iedere week weer op het veld staan. Die zich druk maken om tactiek, groepsdynamiek, opkomst, blessures, randzaken en alles wat er nog meer bij komt kijken.
Wat me ieder jaar opnieuw opvalt, is de openheid. Natuurlijk, het ene gesprek gaat wat dieper dan het andere. Maar in vrijwel ieder interview voel ik de passie. De liefde voor het spelletje. De betrokkenheid bij de spelers. De eerlijke zelfreflectie. En soms zelfs een vorm van kwetsbaarheid.
Ja, er wordt gepraat over verwachtingen. Over waar een ploeg zou moeten eindigen, wat realistisch is en wat de hoop is. En over doelstellingen. Soms voorzichtig uitgesproken, "we willen een stabiele middenmoter worden", en soms met bravoure, "wij gaan gewoon voor promotie."
Maar het allermooiste vind ik als iemand durft te zeggen: "We hebben een doel. En dat doel is haalbaar, als we als groep ervoor willen gaan." Die zin zegt zóveel over hoe iemand in zijn vak staat. Niet overmoedig, niet naïef. Gewoon realistisch, met de blik vooruit.
Natuurlijk zijn er altijd mensen die lacherig doen over voetbalbijlages. "Ach, al die interviews met trainers die allemaal hetzelfde zeggen." Ik snap die kritiek niet, en eerlijk gezegd wil ik het ook niet snappen. Want als je tussen de regels door leest ,of beter gezegd: écht leest , dan zie je dat er in die verhalen veel meer zit dan alleen een analyse van de selectie.
Dan lees je over een trainer die z’n jeugdspeler ziet doorbreken en daar zichtbaar trots op is. Over iemand die in zijn vierde seizoen bij dezelfde club nog steeds plezier haalt uit de dinsdagavondtraining. Over een nieuwe oefenmeester die probeert zijn ideeën over te brengen aan een groep die hem nog niet kent.
Het zijn geen wereldsterren. Geen toptrainers met miljoenencontracten. Het zijn liefhebbers. Mensen die het amateurvoetbal mooier maken door hun aanwezigheid. En dat mag, wat mij betreft, altijd een podium krijgen.
Ik ben dan ook dankbaar dat ik mee mag werken om ze dat podium te bieden. En dat zoveel trainers bereid waren hun verhaal te delen. Geen eenheidsworst, geen ingestudeerde antwoorden. Maar authentieke gesprekken met mensen die houden van wat ze doen. Die op hun vrije zaterdagen niet op de bank ploffen, maar langs de lijn staan. Die geen vrije tijd hebben, maar wél de tijd nemen.
Deze reeks gesprekken leert me elk jaar opnieuw iets over het amateurvoetbal. Over de staat van verenigingen, over het niveau in de regio, over de uitdagingen van nu. Maar ook over motivatie, ambitie en plezier.
Want ja, er zijn problemen. Clubs hebben moeite om vrijwilligers te vinden. Spelers haken af. Velden zijn soms erbarmelijk. Maar tegelijkertijd is er ook zoveel energie. Zoveel drive. Zoveel goede mensen die het verschil maken.
Het is misschien een cliché, maar het klopt gewoon: zonder deze mensen géén amateurvoetbal.
En zo komt er voor mij weer een einde aan een mooie periode. Een maand waarin de gesprekken met trainers een vast ritme gaven aan mijn dagen. Een maand waarin ik merkte hoe waardevol het is om echt even stil te staan bij wat mensen beweegt.
Soms duurde een telefoongesprek een kwartiertje, soms langer Maar altijd bleef ik achter met het gevoel dat ik iets meer wist dan daarvoor. Niet alleen over het elftal, maar over de mens achter de trainer.
Aan alle trainers die hebben meegewerkt, stuk voor stuk op een plezierige, open manier , zeg ik dan ook: dankjewel. Dank voor het vertrouwen, voor het meedenken, voor het delen.
De bal gaat straks weer rollen. De eerste competitiewedstrijden komen eraan. En ik wens jullie allemaal toe dat jullie seizoen niet alleen succesvol is in punten, maar vooral in plezier. Want dát is uiteindelijk waar het om draait.
En voor wie het nog niet begrepen had: ik blijf groot voorstander van voetbalbijlages. Want zolang we de verhalen blijven vertellen, blijft het amateurvoetbal leven.