De KNVB: Een bond die te ver van het veld is afgedwaald"

Geschreven door Johan Staal op . Geplaatst in Columns















Als liefhebber van het spelletje, als actieve Walking Footballer en als verslaggever bij talloze amateurclubs, kan ik het niet langer voor me houden: ik heb weinig tot niets met de KNVB. En ik ben niet de enige. Overal waar ik kom, hoor ik vaak dezelfde geluiden: het is een log apparaat, star, niet transparant en vooral: totaal niet met de poten in de klei. En toch moet je als Walking Footballer bondscontributie betalen. Ja, je leest het goed. Je betaalt voor een bond die in de verste verte niets met jouw voetbal te maken heeft.


johan 1

Laat ik vooropstellen: ik snap heel goed dat je als lid van een vereniging contributie betaalt aan je club. SV Bedum in mijn geval. Dat geld wordt besteed aan faciliteiten, veldonderhoud, verlichting, ballen dat soort zaken. Prima. Maar de verplichte afdracht aan de KNVB voelt als betalen voor iets waar je geen enkel profijt van hebt. We spelen geen officiële wedstrijden. Er komt geen bondsscheidsrechter aan te pas. Geen ranglijst, geen kampioenschap, geen nacompetitie. Gewoon: voetbalplezier op een doordeweekse ochtend, met leeftijdgenoten die het spelletje liefhebben.

Waarom moet je dan tóch betalen aan de KNVB? Wat krijgen wij Walking Footballers ervoor terug?

Het antwoord: niks. Nul. Nada. En dát steekt. De KNVB lijkt vergeten te zijn wie hun bestaansrecht vormt: de voetballers. De vrijwilligers. De verenigingen. De mensen die elke week weer hun schoenen aantrekken, de lijnen kalken, de doelen verplaatsen en de kantine runnen. Die mensen verdienen een bond die vóór hen werkt, niet over hen heen.

Een ander veelgehoord punt van ergernis is de manier waarop de bond omgaat met dispensaties voor trainers. Er is geen lijn in te ontdekken. De ene trainer mag zonder diploma een elftal leiden, bij een andere club wordt dat met droge ogen geweigerd. Waar is de transparantie? Waar is de redelijkheid? Er zijn zat situaties waarin een club niemand anders heeft dan een gepassioneerde, ervaren vrijwilliger die al jaren op het veld staat. Geen papiertje, wél draagvlak. En toch: de KNVB zegt nee. Maar bij de buurclub verderop mag het ineens wel.

Hoe geloofwaardig ben je dan nog als bond?

Het lijkt wel alsof de regels belangrijker zijn geworden dan het spel. Alsof beleid boven betrokkenheid staat. En alsof niemand bij de KNVB zich nog afvraagt wat het effect van een maatregel is op de praktijk. Neem het organiseren van een toernooi voor JO7-teams in januari. Welke veldcoördinator of jeugdleider verzint zoiets? Kleuters op een bevroren veld, ouders rillend langs de lijn, afgekeurde velden, afgelastingen… en dat allemaal in naam van "ontwikkeling". Echt, wie dit plant, heeft al jaren geen gras meer onder de schoenen gehad.

Daar komt nog iets bij: de bereikbaarheid van de KNVB in het weekend is ronduit belabberd. Terwijl juist dan het amateurvoetbal draait. Als er problemen zijn met spelerspassen, uitslagen of tuchtzaken, kun je te vaak fluiten naar contact.

Clubs staan er steeds vaker alleen voor. En dat is funest. Het amateurvoetbal draait op vrijwilligers – een uitstervend ras als je het mij vraagt – en dan moet je als bond pal achter ze staan. Niet op afstand, maar schouder aan schouder. Niet met ivoren torens vol beleidsstukken, maar met laarzen in de klei.

Wat zou dan wel helpen?

Begin met luisteren. Niet naar de grote clubs of de beleidsadviseurs, maar naar de mensen op de velden. De jeugdleiders, de terreinbeheerders, de kantinemedewerkers. Stop met het hanteren van dubbele standaarden bij dispensaties en wees helder over waarom iets wel of niet kan. Zorg dat er in het weekend iemand bereikbaar is voor de clubs die het dan het hardst nodig hebben. En – heel belangrijk – stel het betalen van bondscontributie voor niet-competitief spelende leden zoals walking footballers ter discussie. Waarom zou iemand moeten betalen voor iets waarvan hij of zij geen gebruikmaakt? De KNVB is ooit opgericht om het voetbal te organiseren, te beschermen en te promoten. Maar die missie is onderweg zoekgeraakt in regelgeving, bureaucratie en afstand. Het is tijd om weer terug te keren naar de basis. Naar het veld. Naar de mensen. Naar het spelletje.

Want daar draait het uiteindelijk allemaal om. Niet om regels, maar om voetbal.