Achttiende seizoen langs de lijn: geen verwachtingen, wél genieten

Geschreven door Johan Staal op . Geplaatst in Columns

Nog een paar weken, en dan rolt de bal weer op de velden van het amateurvoetbal. Na een zomer die voor de één te kort en voor de ander misschien te lang duurde, beginnen de vrijwilligers weer met het kalken van de lijnen, worden de ballen opgepompt en komen de eerste oefenduels op gang. En hoewel ik er nooit écht iets van verwacht, kijk ik toch weer uit naar het seizoen wat komen gaat.

207535302 4286718041394799 6644160240419922898 n

Dat klinkt misschien wat tegenstrijdig: uitkijken naar iets waar je niets van verwacht. Maar dat is voor mij precies de kracht van het amateurvoetbal. Verwachtingen leiden vaak tot teleurstellingen. Als je niets verwacht, kan het alleen maar meevallen. En in die ruimte ontstaat soms iets bijzonders: een onverwacht spannende pot, een piepjonge debutant die je bijblijft, een gesprek langs de lijn dat dieper gaat dan je dacht. Het zijn die kleine momenten die maken dat ik ook na zeventien seizoenen nog altijd met plezier mijn schrijfblok en pennen pak.

Geen flitsende camera’s, wel echte verhalen

Het amateurvoetbal is wat mij betreft de meest pure vorm van sport. Geen grote stadions, geen miljoenencontracten of VAR-discussies. Gewoon, spelers die na een dag werken of studeren in de avonduren trainen, een tactiek bespreken in de kantine, en op zaterdag of zondag de wei in gaan. Voor de winst, natuurlijk, maar ook voor het teamgevoel, de derde helft en de lol eromheen.
In april 2008 begon ik als freelancer voor de Ommelander Courant. Dat voelt als de dag van gisteren en tegelijkertijd als een eeuwigheid geleden. Sindsdien ben ik in al die jaren op talloze velden geweest, van Bedum tot Baflo , van Winsum tot Warffum. En steeds weer kwam ik dezelfde gezichten tegen. Trainers, leiders, bestuursleden, scheidsrechters, supporters – mensen die net als ik een zwak hebben voor dat lokale voetbalwereldje. Die bekende gezichten langs de lijn zijn voor mij net zo waardevol als de wedstrijden zelf. Soms spreken we elkaar kort, soms sta je zomaar een uur te praten over van alles en nog wat. En het mooie is: dat netwerk, dat in die zeventien seizoenen is ontstaan, kom ik niet alleen op het voetbalveld tegen. Ook bij atletiekwedstrijden, wielerrondes of andere sportevenementen zie ik ze terug. Dat zegt veel over hoe verweven de sport is met de mensen hier in de regio.

Vertrouwde rituelen

Er zijn vaste gewoontes die bij mijn hobby horen. Het mapje met het schrijfblok en minstens drie pennen – altijd drie, want je weet maar nooit – hoort daar absoluut bij. Ik sta nooit zonder. Het voelt bijna als een verlengstuk van mezelf. Ook het moment voorafgaand aan de wedstrijd, wanneer je de opstellingen ophaalt, even informeert naar blessures, en de sfeer proeft in de kleedkamer of kantine, blijft bijzonder.Maar het mooiste moment van de week? Dat is zonder twijfel de vroege zondagmorgen. Tussen 05.00 en 05.30 uur   word ik wakker. Geen wekker nodig, dat zit er inmiddels zo ingebakken. Dan maak ik een kopje thee, pak mijn aantekeningen erbij en begin ik met het schrijven van de verslagen van de zaterdagduels. In alle rust, terwijl de rest van het huis nog slaapt. Buiten is het vaak nog donker, de wereld is stil, en ik zit daar dan – alleen met mijn gedachten en de herinneringen aan de wedstrijden van de dag ervoor. Het is een ritueel geworden. Een moment van bezinning ook. Want tijdens het schrijven beleef ik alles opnieuw. De sfeer bij de wedstrijd, de emoties bij winst of verlies, de gesprekken na afloop, de goal die er echt uitsprong. En juist in die vroege uurtjes komt de liefde voor het vak het sterkst naar voren. Het is nooit werk maar het is mijn passie.

Waarom ik doorga

Soms krijg ik de vraag: “Word je het nooit zat?” En eerlijk is eerlijk: natuurlijk zijn er weekenden waarin het regent, koud is, en de wedstrijd niet bepaald een hoogstaand niveau haalt. Maar toch. Toch is er altijd wel iets waardoor het de moeite waard is. Een verrassende uitslag, een jeugdspeler die doorbreekt, een trainer die net even anders denkt dan de rest. En dat blijft boeien. Daarbij is het ook de verbinding die telt. Door de jaren heen zijn er mooie contacten ontstaan. Mensen die je op straat groeten, spelers die je bedanken voor een verslag waarin ze genoemd worden, ouders die trots zijn op hun kinderen. Dat zijn dingen die je niet in geld kunt uitdrukken, maar die wel maken dat je weet: dit heeft waarde. En laten we eerlijk zijn: het amateurvoetbal heeft mensen nodig die het verhaal vertellen. Die opschrijven wat er gebeurt, die de sport levendig houden buiten het veld. Natuurlijk, de sociale media speelt tegenwoordig een grote rol, maar een goed geschreven wedstrijdverslag heeft nog steeds een plek. Misschien zelfs wel meer dan ooit, juist omdat het context biedt, achtergrond, en gevoel.

Op naar seizoen 18

En zo sta ik aan de vooravond van mijn achttiende seizoen. Nog steeds met plezier, nog steeds nieuwsgierig naar wat het nieuwe voetbaljaar gaat brengen. Misschien zijn er minder clubs dan vroeger, misschien zijn de velden soms leger dan in de hoogtijdagen. Maar het amateurvoetbal leeft nog steeds. Ik verwacht nog steeds niks. Maar ik hoop op mooie verhalen, onverwachte wendingen, sportieve hoogte- en dieptepunten. Op nieuwe gezichten én de vertrouwde koppen langs de lijn. En zolang ik op zondagochtend nog met een glimlach en een kop thee achter mijn laptop zit, weet ik dat het goed zit. Laat het seizoen maar beginnen.