De jeugd onder de 11 jaar mag niets weten over de sterkte van de tegenstander. Geen uitslagen, geen standen, geen idee tegen wie of wat ze eigenlijk spelen. Het klinkt nobel: “het plezier moet voorop staan.” Maar de praktijk laat steeds vaker iets anders zien. De onderbouw van veel amateurclubs brokkelt langzaam af. Steeds minder nieuwe jeugdleden, steeds meer afhakers, een toenemende bak ellende langs de lijn, en steeds minder goed kader om de boel draaiende te houden. De KNVB heeft een duidelijke koers ingezet met de gedachte: prestatiedruk hoort niet bij jonge kinderen. Op papier een mooi uitgangspunt. Maar intussen zijn de signalen vanaf de velden, zeker bij de kleinere dorpsclubs, niet mals. De vraag is dan ook:
wie heeft hier eigenlijk écht plezier van?

Geen idee tegen wie je speelt
Vraag een speler uit een JO10-elftal wie hun tegenstander is, of waar ze op de ranglijst staan. Grote kans dat ze je aankijken alsof je Chinees praat. De KNVB heeft bewust gekozen voor een opzet waarin jonge spelers – en hun ouders – geen zicht hebben op prestaties of tegenstanders. Alles om de focus te leggen op ontwikkeling en plezier. Maar plezier heeft ook te maken met beleving, spanning en een gezonde competitie. De complete willekeur waarmee teams worden ingedeeld, zonder enige vorm van niveau-inschatting, zorgt er juist voor dat jonge teams óf worden weggespeeld óf zelf alles wegslaan met dubbele cijfers. Dat is geen plezier. Dat is frustratie. En dat is precies waar het bij veel clubs begint te wringen.
Regionaal spelen? Vergeet het maar
Als kleine dorpsclub droom je van korte uitwedstrijden naar omliggende verenigingen. Niet alleen goed voor de binding in de regio, maar ook praktisch voor ouders, vrijwilligers en spelers. Maar nee, je mag gerust een JO9-team op zaterdagochtend met regelmaat naar een sportpark in een stad sturen.
De vraag is:
waarom wordt daar niet beter over nagedacht? Waarom geen regionale clustering in de onderbouw, zoals dat vroeger heel normaal was? Waarom moeten jonge kinderen met slaperige ogen en koude voeten vroeg in de auto naar een onbekend team, om vervolgens 12-1 op hun broek te krijgen ,of zelf zo’n uitslag uit te delen? Dat helpt niemand.
Teruglopende aanwas: niemand schrikt er meer van
Het grootste probleem? De aanwas van onderuit stokt. Waar je vroeger op zaterdagochtend drie E- of F-teams naast elkaar zag warmlopen, is het nu zoeken naar voldoende spelers om één team vol te krijgen. En nee, dat komt niet alleen doordat “de jeugd tegenwoordig achter een scherm zit.” Dat is te makkelijk. De drempel om structureel lid te worden van een club is hoger dan ooit. Kinderen haken makkelijker af. Ouders zeggen sneller af. En de clubs? Die hebben steeds meer moeite om trainers, leiders en begeleiders te vinden. Vroeger stond er altijd wel een ouder langs de lijn die een team wilde doen. Tegenwoordig moet je smeken. En als er al iemand is, is de kwaliteit vaak een gok. Het is niet gek dat clubs de onderbouw niet meer op orde krijgen – het is een vicieuze cirkel.
Vervelend gedrag: weglachen helpt niet meer
En dan hebben we het nog niet eens gehad over de sfeer op en rond de velden. Ook bij de jongste jeugd zien we het gebeuren: scheidsrechters die worden uitgekafferd, trainers die elkaar de huid vol schelden, ouders die zich gedragen alsof het om de Champions League gaat. En intussen zeggen we met droge ogen dat “plezier voorop staat.” Laten we eens ophouden met het weg relativeren van dit gedrag. Laten we erkennen dat een kind van 8 niet beter gaat voetballen als zijn vader of moeder zich als een idioot gedraagt langs de lijn. En dat een vrijwillige trainer van een JO8 misschien afhaakt als hij elk weekend commentaar over zich heen krijgt.
KNVB: mooi beleid, maar blinde vlekken
Niemand zal zeggen dat jonge kinderen in een keihard prestatieklimaat moeten worden gegooid. Maar de huidige aanpak is doorgeslagen. Geen zicht op sterkteverschillen, geen regionale indelingen, geen structuur voor clubs om hun jeugdopleiding op niveau te houden – dat is vragen om problemen. Zeker voor kleine clubs zonder grote jeugdafdeling of betaald kader. Dat het bij veel verenigingen in de onderbouw misgaat, is geen toeval. Dat is het gevolg van beleid waar de praktijk niet in meegenomen wordt. Ouders, trainers, clubs ie,dereen moet meebewegen in een systeem dat niet altijd realistisch is. En wie daar iets van zegt, wordt weggezet als ouderwets of negatief zo heb ik zelf ervaren.
Tijd voor eerlijke evaluatie
De intentie is goed. Echt waar. Maar als er steeds meer clubs zijn die geen nieuwe JO8 of JO9 op de been kunnen brengen, dan moet je je afvragen:
hebben we het plezier niet zó centraal gezet dat we zijn vergeten wat plezier in voetbal eigenlijk betekent? Plezier is lachen, scoren, samen spelen, een beetje spanning, een uitdaging. En ja, soms betekent dat ook verliezen. Of juist winnen. Maar bovenal betekent plezier dat je erbij wilt horen. Dat je zin hebt om naar de club te gaan. Dáár zou de KNVB op moeten sturen. En misschien wordt het dan ook weer leuk om als dorpsteam op zaterdagochtend gewoon tegen de buren te spelen. In plaats van verdwaald te raken in een systeem dat nergens meer op lijkt.